Tech & Rights

Het afvoerputje van de samenleving

In oktober 2013 ging in Bulgarije en de rest van Europa veel media-aandacht naar het Roma-meisje Maria. Het Bulgarian Helsinki Committee besloot polshoogte te gaan nemen in haar geboortedorp - het straatarme Nikolaevo.

by Bulgarian Helsinki Committee

In oktober 2013 ging veel media-aandacht in Bulgarije en de rest van Europa uit naar Maria, de ‘‘blonde engel’’. Het blonde kleine meisje – de biologische dochter van een Roma-koppel – werd per toeval ontdekt in een Roma-kamp in Farsala in buurland Griekenland. De angst bestond dat zodra de media hun pijlen elders zouden richten, Maria weer terug zou keren naar een leven zonder documenten en rechten en gekenmerkt door sociale uitsluiting. De Bulgarian Helsinki Committee (BHC) besloot aan het begin van 2014 haar geboorteplaats te bezoeken, het straatarme dorpje Nikolaevo in het hart van het land.

Ook de correspondent van CNN die verslag deed vanuit het Roma-getto viel onmiddellijk op: ‘‘de huizen zijn er gemaakt van modder en stro’’. Er wonen meer dan 1000 mensen. Slechts 50 van de 200 huizen zijn fatsoenlijk bewoonbaar, hoewel er ook een aantal huizen staat met een waarde van rond de 100.000 euro. De rest is modder en stro. Het getto met de naam ‘‘Wedergeboorte’’ ligt geografisch gezien in het zuidelijkst punt van de regio Stara Zagora. De bewoners van het getto zeggen vaak: ‘‘Wij wonen niet op de bodem van de put, maar eronder’’.

‘‘Iedereen die in het dorp wordt geboren en opgroeit is een buitenstaander in de Bulgaarse samenleving’’, vertelt de burgermeester van het dorp, Kosyo Kosev. ‘‘Binnen de Roma-gemeenschap ligt de werkloosheid op 99% en zijn de meeste volwassenen analfabeet, net als de kinderen, hoewel die schijnbaar wel naar school gaan.’’

De mannen en vrouwen van het Roma-getto vinden hun redding in seizoenswerk – bomen kappen, fruit plukken, of karpers kweken in viskwekerijen. Ongeveer 300 mensen zijn betrokken bij sociale programma’s voor tijdelijk werk. Desondanks kwijnen bijna alle Roma in Nikolaevo weg in ellende. De rivier de Tundzha, die stroomt ten zuiden van het dorp, zet de huisjes aan de rand van de Roma-nederzetting (ook wel ‘‘de dijk’’ genoemd) onder water - 70 krakkemikkige huisjes ‘‘op de bodem van de bodem’’.

Als reactie hierop legt de burgermeester uit dat ‘‘het terrein geen ingedeeld perceel is en dus ook niet kan worden geïnvesteerd in zijn ontwikkeling. De enige mogelijke oplossing hiervoor is het aannemen van een ruimtelijk structuurplan waarmee het terrein wordt opgenomen binnen de grenzen van de geregistreerde bebouwing. Laten we dan beginnen met de renovatie van de straten, die nu door ons illegaal worden gefinancierd. In de toekomst willen we investeren in het onderwijs voor de kinderen uit de Roma-nederzetting.’’ Vanuit Brussel wordt 10.000 euro geïnvesteerd om de straten in het getto te asfalteren en ze te voorzien van lantaarnpalen op zonne-energie. ‘‘Er zijn er al drie of vier neergezet maar er moeten er nog meer komen. Ook willen we een klein stadion bouwen zodat mensen kunnen sporten in plaats van maar wat rond te hangen.’’

Volgens de burgermeester verhandelen sommige Roma sinds begin jaren negentig hun kinderen om in hun levensonderhoud te voorzien. ‘‘In deze regio floreert de kinderhandel’’, beamen de inwoners van Nikolaevo. In de nabijgelegen dorpen Stara Zagora, Nova Zagora en Kazanlak wonen rond de 100.000 Roma. Ook Maria is door haar ouders verkocht en zo in Griekenland terecht gekomen. Het meisje wacht nog altijd op een uitspraak van de rechter over een mogelijke terugkeer.