In november 2013 ging de thuisbevalling bij een 17-jarig Hongaars meisje zo snel en pijnloos, dat de ambulance 15 minuten te laat bij haar huis aankwam. Toen de ambulancebroeders ter plaatse kwamen, werd echter niet gehandeld volgens de normale gang van zaken: de Hongaarse kinderbescherming werd ingeschakeld, ook al was hier in de gegeven situatie geen aanleiding toe.
Bij thuisbevalling in Hongarije wordt door de overheid beoordeelt of de ‘omgeving’ geschikt is voor de komst van een kind. In bovengenoemd geval oordeelden de autoriteiten dat de aanwezige gezinsleden (moeder, vader en een oma) niet voorbereid waren op de baby. Het jongetje en zijn 18 maanden oude broertje werden door de kinderbescherming bij de ouders weggehaald en in een kindertehuis geplaatst.
Hiervoor werden verscheidene redenen gegeven. Zo zou er te vroeg zijn gestopt met flesvoeding (terwijl hier helemaal geen exacte regels voor bestaan), was de watervoorziening in het huis benedenmaats, was er geen speelgoed en hadden de baby’s niet alle vereiste medische onderzoeken ondergaan. De beslissing om de jongste van de twee weg te halen was mogelijk ingegeven door het feit dat hij te vroeg geboren was en de moeder herhaaldelijk het ziekenhuis verliet tijdens de drie dagen durende nazorg.
In juni 2014, zeven maanden nadat de kinderen in tehuizen waren geplaatst, werden ze opgenomen in pleeggezinnen.
Volgens de wet op de rechten van kinderen en de kinderbescherming, staat jeugdzorg voor een speciale vorm van persoonlijke sociale zorg in het belang van het kind en zijn fysieke en geestelijke gezondheid. Het wegnemen van kwetsbaarheden bij het kind en hem laten opgroeien in een gezin – ook als hij eerst bij het gezin is weggehaald – zijn van primair belang. Als de ouders of wettelijke verzorgers niet in staat of niet bereid zijn hier zorg voor te dragen, neemt de kinderbescherming het kind in bescherming.
Het gezin, dat werd bijgestaan door advocaten van de Hungarian Civil Liberties Union (HCLU), is tot tweemaal toe in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechter dat het weghalen van de kinderen volgens de regels is verlopen. Een jaar later, in november 2014, bepaalde de derde rechter die zich over zaak boog, dat de autoriteiten onvoldoende hadden duidelijk gemaakt waarom de jongetjes bij het gezin werden weggehaald en de verantwoordelijkheden hiervoor onvoldoende hadden afgebakend. Zij hadden met andere woorden de regels niet gevolgd. De autoriteiten werden gesommeerd de zaken over te doen. Tot nu toe heeft de rechtbank deze uitspraak echter niet officieel gecommuniceerd aan de kinderbescherming, die hier daarom geen gehoor aan kan geven. Er zijn sinds de verwijdering van de kinderen zestien maanden verstreken en dit is volgens de HCLU onrechtmatig.
Zijn dit de excessen die de Hongaarse jeugdzorg kenmerken? De ngo zet grote vraagtekens achter de redenen die door de autoriteiten zijn gegeven om de jongetjes in een kindertehuis en later een pleeggezin te laten opnemen en heeft een sterk vermoeden dat hier ‘meer’ achter zit.
Wat als deze zaak nooit onder de aandacht van de HCLU was gekomen? Als er niet zo zou zijn gehamerd op de mensenrechten, hadden de volhardende pleidooien van het gezin er dan toe geleid dat de kinderen met hun ouders waren herenigd? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Maar hebben juridische stappen wel zin als de Hongaarse jeugdzorg niet in staat is om verbeteringen door te voeren? De kinderbescherming, die onmiddellijk gehoor moet geven aan de uitspraak van de rechter, moet de uitspraak nog altijd officieel ontvangen. En dat terwijl de HCLU haar al in december kreeg toegestuurd.