In de zaak Flamanzeanu tegen Roemenië heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 4 mei bepaald dat de opsluiting en afranseling van een Roemeense man door de politie, een schending was van diens rechten. Roemenië heeft onder meer het recht van de aanklager om niet te worden onderworpen aan onmenselijke en vernederende behandeling geschonden.
Mishandeling in bewaring
Marian Flămânzeanu (1981) was naar het EHRM gestapt op basis van de onmenselijke en vernederende behandeling van een politieagent uit zijn dorp, Letca Nouă in het district Giurgiu, niet ver van hoofdstad Boekarest. Hij beweerde te zijn geslagen toen hij in bewaring werd gehouden vanwege een lopende gerechtelijke procedure tegen hem - hij zou zich samen met vijf anderen schuldig hebben gemaakt aan diefstal. Door politieagenten uit het nabijgelegen district Teleorman werd Flămânzeanu eveneens mishandeld. Zij voerden een eigen onderzoek uit en gebruikten geweld om een bekentenis los te krijgen.
Afgezien van de mensenrechtenschendingen die plaatsvonden tijdens de opsluiting van Flămânzeanu, constateerde het EHRM dat de Roemeense autoriteiten hadden nagelaten een doelmatig onderzoek naar de gebeurtenissen te houden en zich in te spannen voor de berechting van de daders – een schending van het procedurele aspect van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Roemenië moet Flămânzeanu 7.500 euro aan immateriële schadevergoeding betalen.
Politiegeweld houdt aan
Dit is bij lange na niet de enige zaak waarin een Roemeen bij het EHRM heeft geklaagd over de onmenselijke behandeling van Roemeense wethandhavingsambtenaren. De Association for the Defense of Human Rights in Romania- het Helsinki Committee (APADOR-CH), die Flămânzeanu in zijn zaak heeft bijgestaan, is ook betrokken geweest bij vergelijkbare rechtszaken zoals Olteanutegen Roemenië, Carabulea tegen Roemenië en Cobzaru tegen Roemenië. In al deze zaken is Roemenië door het EHRM veroordeeld, toch is er niets veranderd aan de situatie. Roemeense wethandhavingsambteanaren blijven gewelddadig optreden tegen burgers en het Roemeense rechtswezen lijkt niet in staat hier een einde te maken.
De APADOR-CH wordt wekelijks benaderd door verschillende burgers die zeggen gewelddadig te zijn bejegend door de politie en behoefte hebben aan juridische steun bij het indienen van een aanklacht. Een van de meest afschuwelijke zaken is die van Gabriel-Daniel Dumitrache, een jongeman die eerder dit jaar werd doodgeslagen in de garage van een politiestation in Boekarest.
Op dit moment voert de APADOR-CH twee rechtszaken (van Serban Marinescu en Iacov Stanciu) bij het EHRM waarbij politiegeweld centraal staat.
Hier een overzicht van het geweld van de Roemeense politie.