Tech & Rights

Hof voor de rechten van de mens tikt Bulgarije op de vingers

Bulgaarse autoriteiten weigerden de aanval van skinheads op een Soedanees te zien als een haatmisdrijf. Het Europees Hof voor de rechten van de mens oordeelt dat Bulgarije op verschillende vlakken tekort is geschoten.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights

In 2003 werd de Soedanese Nasredin Rabi Abdu in een winkelcentrum in zijn woonplaats Sofia aangevallen door Bulgaarse jongeren. Een van de aanvallers werkte Abdu tegen de grond, trapte op hem in en noemde hem een ''vuile nigger''. Abdu wist overeind te komen en zich uit de voeten te maken voordat een ander hem met een mes te lijf kon gaan. Kort daarna werd de aanval gemeld aan surveillerende politiemannen die de jongeren vervolgens inrekenden. Zij waren bekenden van de politie en stonden te boek als skinheads.

Naar aanleiding van het voorval werd een onderzoek gestart. Een van de aanvallers werd ondervraagd, net als een getuige. In een medisch onderzoek werd vastgesteld dat Abdu zijn verwondingen had opgelopen door mishandeling. Desondanks weigerde het Bulgaars OM gerechtelijke stappen te nemen vanwege ''racistisch geweld'', een misdrijf in het Bulgaars wetboek van strafrecht. In 2007 ging Abdu in beroep tegen het OM en benadrukte dat de getuige de racistische uitlatingen van de skinheads had gehoord en hun aanstootgevende kleding (een van hen droeg een t-shirt met een hakenkruis) had gezien. Het OM ging niet overstag.

Aangezien de racistische insteek achter het geweld niet werd erkend, wendde Abdu zich tot het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) en beriep zich op de schending van artikel 3 (inhumaan en vernederende behandeling) en artikel 16 (verbod op discriminatie) van het Verdrag voor de rechten van de mens. Abdu wijt het gebrekkige optreden in zijn zaak aan vooroordelen binnen het OM.

Het hof benadrukte dat rassendiscriminatie inhumane en vernederende behandeling kan betekenen. Het racistische karater van deze zaak staat buiten kijf; de skinheads staan bekend voor hun vreemdelingenhaat. De racistische insteek achter een misdrijf dient altijd te worden gezien als een verzwarende omstandigheid. Hiermee dient dan ook rekening te worden gehouden tijdens een onderzoek. Gebeurt dit niet, dan is er sprake van een schending van artikel 14 van het verdrag, Ook al voorziet de Bulgaarse wet in artikelen ten aanzien van haatmisdrijven en staan hierop strengere straffen, waren de onderzoekende instanties niet bereid deze zaak voldoende te onderzoeken. Uitzoeken wie de ruzie begon bleek hun enige zorg.