Tech & Rights

Bezoek aan een Belgisch uitzetcentrum

Hoe ziet het leven eruit voor asielzoekers in een Belgisch uitzetcentrum? Ter gelegenheid van het muziekfestival Steenrock brachten Belgische en Belgische parlementsleden onder leiding van de Ligue des Droits de l'Homme een bezoek aan '127bis' in Brussel.

by David Morelli
Photo: Simon Blackley - Flickr/CC content

Jaarlijks wordt muziekfestival Steenrock georganiseerd naast het gesloten asielcentrum ‘127bis’ in Steenokkerzeel vlakbij Brussel. Dit jaar was dat op 9 mei. Het festival maakt zich hard voor de sluiting van het centrum, het stopzetten van uitzettingen van asielzoekers, veroordelingen in het geval van politiegeweld en een herziening van het asiel- en migratiebeleid gericht op bewegingsvrijheid van iedereen.

Ter gelegenheid van dit festival werd het asielcentrum door een delegatie uit het Belgische en het Europese Parlement bezocht. Ook de Ligue des Droits de l’Homme (LDH) ging mee naar binnen. De meeste parlementsleden waren nooit eerder in het centrum geweest en daarom wierp de voorzitter van de LDH, Alexis Deswaef, zich op als gids.

Uitgeprocedeerde asielzoekers

Het bezoek aan 127bis duurde ongeveer anderhalf uur en begon met een briefing van de directeur van het centrum en haar veiligheidschef.

Het centrum biedt ruimte aan 90 mensen, hoewel er maar zelden meer dan 60 mensen tegelijkertijd worden vastgehouden. De gedetineerden van 127bis zijn de verworpen asielaanvragers – degenen wier documenten niet in orde zijn of niet kunnen bewijzen dat zij beschikken over voldoende financiële middelen – en degenen die nog steeds wachten op een antwoord van de dienst vreemdelingenzaken.

Personen die op het punt staan te worden uitgezet naar hun land van herkomst worden vaak naar het centrum gebracht en in afzondering gezet. Gemiddeld worden zij vóór hun uitzetting drie dagen vastgehouden. Mensen die op het nationale vliegveld in Zaventem op een steenworp afstand, of in het centrum zelf in beroep gaan tegen hun asielafwijzing, blijven er langer.

In afwachting van hun aanvraag kan hun detentie wel twee tot drie maanden duren. Als hun aanvraag succesvol is, krijgen ze steun van het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, zo niet, dan worden ze uitgezet.

Een andere categorie gedetineerden bestaat uit ‘illegalen’. Hun opsluiting kan eveneens maanden duren, zo werd een zwangere vrouw zes maanden in 127bis vastgehouden. Tenslotte zijn er ook nog mensen die in bewaring zijn genomen door het Belgische Ministerie van Binnenlandse Zaken – meestal mensen die eerder al elders in de gevangenis zaten.

Rustige sfeer

De delegatie werd verteld dat er tussen deze uiteenlopende groepen geen problemen bestaan en dat de sfeer in het centrum behoorlijk rustig is.

Momenteel bevinden zich in het terugkeercentrum vooral Albanezen, Irakezen en Syriërs.

Op de vraag of er zich ook minderjarigen in het centrum bevinden, liet de directeur weten dat dit kan voorkomen, maar slechts voor enkele uren terwijl hun leeftijd wordt vastgesteld.

De LDH wilde weten of de gedetineerden op de hoogte worden gesteld van hun rechten ten aanzien van rechtshulp, informatie over aanklachten en stappen tegen hen, enz. en kreeg te verstaan dat zij bij aankomst worden voorzien van de nodige documenten die beschikbaar zijn in 30 talen. Informatie over bezoeken van ngo’s en de klachtencommissie is opgehangen in gemeenschappelijke ruimten binnen het centrum, maar de LDH had te weinig tijd om die te bestuderen.

Groene velden achter hoge hekken

De tour ging verder door compleet witte gangen. De ronde ramen geven uitzicht op de groene velden buiten het centrum. Alles was er schoon en 127bis had wat weg van een ziekenhuis.

Hoewel de meeste gedetineerden geen Nederlands kunnen, viel het op dat alle bordjes in het centrum alleen in het Nederlands zijn. Internet is aanwezig, maar kan slechts een paar uur per dag worden gebruikt. Het centrum is onderbemand.

Een binnenplaats van drie vierkante meter en een sportveldje (omringd door hoge hekken) zijn aanwezig, maar er was niemand die er tijdens het bezoek van de delegatie gebruik van maakte. Hetzelfde gold voor de bibliotheek. Wel waren er enkele gedetineerden in de televisiekamer.

De delegatie kreeg ook de bijzonder schone kamers van de gedetineerden (maximaal vier personen per kamer) te zien, evenals de isolatieruimtes die alleen bedoeld zijn voor ‘‘mensen die ziek zijn’’ (bijvoorbeeld als er sprake is van het risico op gevaarlijke ziekten als Ebola). Door een kijkgaatje konden de bezoekers even naar binnen gluren.

De isoleercellen in 127bis zijn klein en helemaal leeg, met kleine ramen en zwarte muren. Soms worden ze gebruikt als rookruimten. In 2014 werden deze cellen 15 keer gebruikt, meestal naar aanleiding van een ernstig incident en in enkele gevallen slechts voor een periode van twee tot drie uur. Zo lang duurt het voor een gedetineerde om af te koelen.

Medicijnen worden alleen gebruikt als ze zijn voorgeschreven. Dit wordt geregistreerd.

In gesprek met gedetineerden

Toen de delegatie even halt hield in een van de gangen, waren er drie vrouwen die wilden vertellen over hun situatie in het centrum. Ten aanzien van de faciliteiten en logistiek hadden zij niet te klagen, hun problemen hadden veeleer van doen met vrijheidsberoving en vernederende omstandigheden, bijvoorbeeld geboeid van en naar de rechtbank worden vervoerd.

De LDH brengt in dat opzicht de situatie van een jonge vrouw uit Somalië in herinnering. Zij werd geboeid vervoerd maar vervolgens door de politie vergeten. Zo zat zij twee uur in een politiebusje in de brandende hitte, zonder water en zonder mogelijkheid om hulp te vragen. Uiteindelijk was er iemand die aan haar dacht en haar terugbracht naar het centrum.

Tegen het einde van het bezoek werd de delegatie benaderd door andere gedetineerden. Zij klaagden over het wel zeer eenzijdige eten en vertelden dat sommigen daarom dagenlang niet eten. Een oudere man toonde zijn kunstbeen en zei dat hij niet begreep waarom hij zich in het centrum bevond. Een andere man zei dat hij 20 minuten na zijn asielafwijzing werd gearresteerd. Weer een ander gaf aan dat hij graag een andere advocaat wilde hebben.

De LDH informeerde ook naar mogelijk politie-ingrijpen binnen het centrum. Hier zou echter geen sprake van zijn. Toen de delegatie naar buiten werd geleid door de directeur aan de achterkant van het gebouw, verlieten opvallend genoeg ook 15 politieagenten het centrum.

Enkele journalisten wachtten de delegatie op buiten het centrum, maar daar was niemand bij van de reguliere media of de Belgische publieke omroepen. Een geplande persverklaring van de LDH kon, naar het schijnt door tijdsgebrek, echter geen doorgang vinden.

De LDH kijkt met belangstelling uit naar de consequenties die de bij de delegatie aanwezige parlementsleden aan hun bezoek verbinden.