Tech & Rights

Autoriteiten in Varna schenden internationaal recht door de huizensloop in het stadsdeel Maksuda.

Op 20 augustus jongstleden voerde de lokale overheid, in samenwerking met de regering, gedwongen uitzettingen uit van honderden bewoners van het stadsdeel Maksuda in Varna.

by Bulgarian Helsinki Committee
Image: Jocelyn Kinghorn - Flickr/CC content

Op 20 augustus jongstleden voerde de lokale overheid, in samenwerking met de regering, gedwongen uitzettingen uit van honderden bewoners van het stadsdeel Maksuda in Varna. Het is één van de grootste gedwongen uitzettingen die sinds de democratische veranderingen in Bulgarije hebben plaatsgevonden. De gebrekkige en slecht geplande acties van de lokale en nationale overheden zorgde voor een humanitaire crisis die de gezondheid en levens van veel mensen, in het bijzonder van kinderen.

Volgens de informatie die officieel beschikbaar is, stonden 58 huizen op de lijst om te worden gesloopt en is dat ook met 46 gebeurd. Er wonen volgens de officiële gegevens 520 mensen, waaronder 233 kinderen, in de 58 huizen op de sloopwoningenlijst.

Ondanks dat de gemeente Varna pogingen heeft ondernomen om alternatieve huisvesting te bieden aan de dakloze gezinnen – een stap in de goede richting – heeft er geen discussie vooraf met de betrokken partijen plaatsgevonden en ook zijn er geen alternatieven voor de gedwongen uitzetting overwogen. Zo kwam het dat een aantal kinderen en hun ouders de nacht van 20 augustus in de open lucht doorbracht of in gauw in elkaar geknutselde schuilplaatsen in de kou en de regen.

De deels verzorgde alternatieve voorziening in een opvang in Varna is tijdelijk en een onzekere maatregel. Deze opvang is voor één maand lang geregeld, en dit zorgt ervoor dat de plaatsing in sociale voorzieningen in feite een gebrekkig alternatief voor de vernielde huizen van de slachtoffers is.

Zelfs voordat de opvang in Varna de mensen plaatste die door de gedwongen uitzetting dakloos waren geworden, was de capaciteit van de opvang, met vijftig plaatsen, bijna tweemaal overschreden. Officiële informatie van de gemeente Varna stelt dat vanaf 21 augustus er twintig volwassenen en 28 kinderen werden toegevoegd in de opvang, waardoor het aantal verblijvenden uitkwam op driemaal het aantal beschikbare plaatsen.

Nog afgezien van de grove schendingen van mensenrechten als gevolg van de gedwongen uitzettingen, stelde de plaatselijke overheid dat ze van plan zijn om door te gaan met het slopen van de overgebleven twaalf huizen die nog op de slooplijst staan, evenals 150 huizen in de Romawijk.

De acties van de plaatselijke overheid in Varna, zijn niet eerlijk en discrimineren; illegale bouw beperkt zich niet alleen tot de huizen van de gezinnen in het stadsdeel Maksuda. Ze zijn uitgevoerd met amorele electorale bedoelingen, om politieke rente te slaan op basis van vooroordelen en haat jegens Roma. Internationale maatstaven eisen dat, in gevallen waar de gedwongen uitzetting uit illegale bouwsels de enige accommodatie betreft van de getroffen mensen, de overheid vooraf met hen in overleg moet gaan en moet voorkomen om ze over te leveren aan dakloosheid, zowel voor korte als voor lange duur.