Tech & Rights

Met een verklaring van rechten staan verdachten sterker in hun schoenen

De EU-landen hadden tot 2 juni 2014 om een richtlijn over het recht op informatie in strafprocedures om te zetten in wetgeving. Landen als Roemenië hebben echter nog een lange weg te gaan voordat er een correcte uitvoering aan de richtlijn wordt gegeven.

by The Association for the Defense of Human Rights in Romania – the Helsinki Committee

Het is bijna 50 jaar geleden dat het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten in de beroemde Miranda-zaak bepaalde dat verdachten of beklaagden niet kunnen worden ondervraagd voordat hen is verteld dat zij het recht hebben te zwijgen en recht hebben op een advocaat. Getuigenissen die zijn verkregen voordat verdachten gebruik hebben kunnen maken van deze rechten, kunnen niet als bewijs dienen tijdens de rechtszaak.

Schriftelijke verklaring van rechten

Ditzelfde principe komt naar voren in de nieuwe EU-richtlijn uit 2013 over het recht op informatie in strafprocedures. Volgens deze richtlijn moeten rechtshandhavingsautoriteiten verdachten of beklaagden die zijn aangehouden of gedetineerd een schriftelijke verklaring van rechten geven. Hierin is informatie opgenomen over fundamentele rechten zoals het recht op een advocaat, het recht te worden geïnformeerd over de aanklacht, het recht om te zwijgen, enz. De verklaring moet in gemakkelijk te begrijpen bewoordingen worden opgesteld en daadwerkelijk aan de persoon in kwestie worden overhandigd, zodat hij of zij de kans heeft haar te lezen en te bewaren. De richtlijn, die een modelverklaring bevat, moest vóór 2 juni 2014 door alle EU-landen in wetgeving worden omgezet.

Op dit moment bestudeert de Roemeense Association for the Defense of Human Rights samen met het Britse Fair Trials International en andere Europese partners de omzetting van de richtlijn in alle EU-landen. Het lijkt erop dat in Roemenië een dergelijke verklaring van rechten nog niet is opgesteld, hoewel tijdens de omzetting een nieuwe bepaling is toegevoegd aan het wetboek van strafvordering, waarin staat dat alle gedetineerdenschriftelijke informatie over hun rechten dienen te krijgen.

In praktijk blijkt echter dat de manier waarop deze informatie wordt gecommuniceerd niet uniform is: soms wordt mensen gevraagd een document te tekenen waarmee ze verklaren zich bewust te zijn van de bepalingen van artikel 83 van het wetboek van strafvordering, soms worden die bepalingen voor hen voorgelezen. Het hangt allemaal af van de politieagent die op de zaak is gezet. Deze situatie werkt misbruik in de hand en garandeert geen goede voorziening van informatie over de rechten van de beklaagde.

Onschuldige mensen bekennen misdaden

In een Amerikaans onderzoek werd gekeken naar zaken van verdachten wier onschuld later op basis van DNA-materiaal werd bewezen. Hieruit is gebleken dat ongeveer 30% van deze verdachten de misdaad in kwestie bekende te hebben begaan voordat hun onschuld met DNA werd bewezen. In dus ongeveer 30% van de gevallen bekenden mensen verantwoordelijk te zijn voor misdaden die zij in werkelijkheid helemaal niet hadden begaan. Het is lang niet altijd even makkelijk om te begrijpen waarom iemand die onschuldig is een misdaad zou bekennen, en het is eveneens moeilijk om vast te stellen of die persoon een gevangenisstraf zou hebben gekregen als DNA-tests niet beschikbaar waren geweest. Dit onderzoek toont in ieder geval aan dat het belangrijk is dat beklaagden zich bewust zijn van hun zwijgrecht, zodat zij ook effectief gebruik kunnen maken van dit recht.

De rechten van beklaagden zijn voornamelijk voortgekomen uit juridische leemten die zijn waargenomen tijdens justitiële praktijken. Het is echter niet voldoende om het bestaan van deze rechten te erkennen, ze moeten ook daadwerkelijk kunnen worden uitgeoefend zodat misbruik wordt voorkomen. Veel mensen zijn zich van hun zwijgrecht bewust, toch sta je als beklaagde sterker in je schoenen als dit recht op papier is vastgelegd en deze verklaring aan jou is overhandigd. Dit kan mensen misschien helpen hun zelfvertrouwen te behouden en hen niet te laten bekennen de buurman te hebben vermoord, terwijl die nog in leven blijkt, zoals is gebeurd in de bekende zaak van de gebroeders Boorn.

Op 2 juni 2015 zal de Europese Commissie verslag uitbrengen over de manieren waarop de richtlijn in de EU-landen is geïmplementeerd. De Association for the Defense of Human Rights hoopt dat tegen die tijd Roemenie zich dusdanig heeft ingespannen dat gearresteerden en gedetineerden zich bewust zijn van hun rechten en dat zij op dit gebied niet langer worden misbruikt.