Tech & Rights

Bulgarije heeft 18 maanden om gevangenissen op orde te krijgen

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geeft Bulgarije 18 maanden om een einde te maken aan de erbarmelijke omstandigheden in gevangenissen.

by Bulgarian Helsinki Committee

Overvolle en slecht onderhouden gevangenissen vormen een schending van het verbod op onmenselijke en vernederende behandeling (artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, EVRM), zo bepaalde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 27 januari in de zaak Neshkov en anderen tegen Bulgarije.

Met het oog op de ernstige en hardnekkige aard van de schendingen, is het EHRM van mening dat het Bulgaarse gevangeniswezen gebukt gaat onder een structureel probleem. Het land krijgt 18 maanden de tijd om orde op zaken te stellen.

Pilotuitspraak

Het gaat hier om de derde opeenvolgende ‘pilotuitspraak’ tegen Bulgarije en de derde zaak in de jurisprudentie van het EHRM die betrekking heeft op slechte gevangenisomstandigheden. Met een pilotuitspraak kan het Hof in een aantal identieke zaken (‘kloongevallen’) in één keer uitspraak doen.

Onmenselijke en vernederende behandeling

De zaak van de eisers gaat net als een aantal vergelijkbare zaken over de omstandigheden in penitentiaire inrichtingen in Bulgarije en de doeltreffendheid van de rechtsmiddelen die gevangenen hebben om hier een schadevergoeding voor te eisen. Naar het oordeel van het EHRM stonden de omstandigheden waarin vier van de eisers verkeerden gelijk aan een onmenselijke en vernederende behandeling. De gevangenis waarin zij zaten was overvol (per gevangene was er minder dan een vierkante meter celruimte) en tijdens wc-bezoek was er van privacy geen sprake (vier wc’s, één douche en twee wasbakken voor iedere 200 mensen). Andere klachten gingen over het gebrek aan wc’s en stromend water in de cellen, het gebrek aan toegang tot sanitaire voorzieningen tijdens de nacht, verlichting die de hele nacht aan bleef, gebrek aan ventilatie, onvoldoende verwarming en erg lage temperaturen in de winter, slechte voedselkwaliteit en ontoereikende medische zorg. Het ontbreken van doeltreffende rechtsmiddelen in de Bulgaarse wet om actie te ondernemen tegen de overbevolking en slechte materiële omstandigheden, werd eveneens door een van de eisers aangekaart.

Volgens het EHRM was klagen bij het OM geen doeltreffend rechtsmiddel omdat de gevangene zelf onvoldoende bij de (onderzoeks-)procedures werd betrokken. Klachten gericht aan de ombudsman konden niet worden omgezet in bindende en uitvoerbare beslissingen. De Bulgaarse wet voorziet daarom onvoldoende in preventieve en compenserende rechtsmiddelen die zekerheid bieden en resultaat opleveren. Daarom is niet alleen op artikel 3 EVRM maar ook op artikel 13 EVRM inbreuk gemaakt.

Werk aan de winkel

De Straatsburgse rechter noemde aantal mogelijke maatregelen waarmee Bulgarije de problemen te lijf kan gaan: de bouw van nieuwe gevangenissen, het opleggen van kortere gevangenisstraffen en gevangenisstraffen vervangen door andere strafmaatregelen.

Het opzetten van een onafhankelijk orgaan voor gevangenistoezicht, het uitvoeren van doelmatig onderzoek naar aanleiding van klachten van gevangenen, het uitkeren van schadevergoedingen en het uitvaardigen van bindende en uitvoerbare beslissingen behoren eveneens tot de aanbevelingen van het EHRM. Het EHRM schort het onderzoek naar vergelijkbare klachten tegen Bulgarije niet op tijdens de 18 maanden waarin het land orde op zaken moet stellen. De eisers krijgen € 28.375 schadevergoeding uitgekeerd, en een aanvullende € 1.680 voor gemaakte kosten.

Het Bulgarian Helsinki Committee heeft als derde partij in de zaak rechtsbijstand verleend aan een van de eisers.