Tech & Rights

Na 8 jaar gerechtigheid voor Roemeens slachtoffer van politiegeweld

Een man werd door drie agenten mishandeld nadat hij zijn beklag deed over een taxichauffeur in Boekarest die hem oplichtte. Nadat de Roemeense overheid acht jaar niets heeft gedaan, heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens recht gesproken.

by The Association for the Defense of Human Rights in Romania – the Helsinki Committee
Serban Marinescu werd in 2007 in Boekarest door drie politieagenten aangevallen. En nu, acht jaar later, is nog geen enkele agent veroordeeld voor het gebruik van geweld. Zij zijn nog steeds aan het werk als wetshandhavers.

Wederom is Roemenië veroordeeld voor geweldsgebruik door politie tegen burgers. Dit maal gebeurde dat door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in een uitspraak van december 2015 in de zaak Marinescu tegen Roemenië.

Taxiritje

Op 2 juni 2007 had Serban Marinescu een woordenwisseling met een taxichauffeur die hem weigerde zijn wisselgeld terug te geven. De ruzie vond plaats voor het huis van het slachtoffer.

Om Marinescu te intimideren reed de taxichauffeur naar het 22ste politiebureau in Boekarest. Daar wilde Marinescu aangifte doen tegen de taxichauffeur. Maar in plaats daarvan werd hij door drie agenten mishandeld. Ze sloegen en schopten hem en boeiden hem aan de leuning in de hal van het politiebureau.

De medische verklaring die de ochtend erna door het Instituut voor Wettelijke Geneeskunde werd afgegeven, bevestigde dat Marinescu het slachtoffer was van agressie en zeven tot acht dagen medische zorg nodig had.

Verantwoordelijkheid ontlopen

Het slachtoffer diende op 5 juni 2007 klachten in tegen de politieagenten en de taxichauffeur. Als antwoord probeerde het politiekorps het incident te verhullen: in officiële reactie werd verklaard dat Marinescu al geslagen was toen hij bij het politiebureau aankwam en dat hij alleen maar in de hal geboeid werd omdat hij opgefokt was en moest kalmeren.

Serban Marinescu's injuries required medical care for over a week after the assault.  Serban Marinescu had een week medische zorg nodig na het politiegeweld.

Acht jaar lang werd het dossier van Marinescu heen en weer geschoven tussen aanklagers en rechters. Aanklagers weigerden herhaaldelijk om een officiële vervolging tegen de agenten op te starten.

Ondertussen werden er tegen de dienders geen enkele maatregelen genomen. Een politievakbond voorzag hen in gratis juridische bijstand tijdens het hele proces. Wat Marinescu overkwam, kan op elk moment iedere Roemeense burger overkomen.

Acht jaar

In oktober 2013 diende Marinescu een klacht in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij klaagde dat hij het slachtoffer was van onmenselijke en vernederende behandeling die hem was aangedaan door staatsagenten, dat er geen effectief onderzoek had plaatsgevonden naar de toedracht en dat hij geen toegang had tot een effectief rechtsmiddel (schendingen van artikel 3 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).

De Roemeense autoriteiten beargumenteerden dat de zaak vroegtijdig naar het EHRM was gestuurd, omdat het proces nog niet op nationaal niveau was afgerond. Maar het EHRM hield vast aan het argument dat acht jaar voor de Roemeense autoriteiten lang genoeg had moeten zijn om een oplossing voor het slachtoffer te vinden.

In zijn uitspraak trof het Hof diverse fouten aan in het interne onderzoek, namelijk dat de aanklagers tekort waren geschoten om het slachtoffer en getuigen fatsoenlijk te horen. Bovendien was het Hof van mening dat de lange periode die de autoriteiten hadden genomen om de zaak te behandelen, in strijd was met de vereisten van een redelijke termijn op basis van artikel 3 EVRM.

Het Hof kende Marinescu een schadevergoeding van 7.500 euro toe en veroordeelde de Roemeense staat voor wederom een schending van artikel 3 van het Verdrag.

Een strijd ter heroverweging

Hoewel hij blij was met het winnen van de zaak, uitte Marinescu zijn teleurstelling over het gedrag van de Roemeense autoriteiten:

"Ik ben blij dat we gewonnen hebben, maar tegelijkertijd ben ik verdrietig dat zoiets vandaag nog mogelijk is in Roemenië. Acht jaar lang heb ik staatsinstanties alleen maar op hun krent zien zitten, soms waren ze zelfs vijandelijk. Ik wil advocaat Nicoleta Popescu en APADOR-CH bedanken, zonder wie ik dit resultaat nooit behaald zou hebben. Ik hoop dat al deze jaren vol strijd het Roemeense rechtssysteem, de politie, de overheid en andere instanties ertoe dwingt om hun positie ten opzichte van hun eigen burgers te heroverwegen.

APADOR-CH bood met Nicoleta Popescu juridische bijstand en vertegenwoordiging voor Serban Marinescu gedurende het gehele proces en voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.