Tech & Rights

Roemenië opnieuw veroordeeld voor politiegeweld

De mishandeling van een 19-jarige vrouw door de politie is Roemenië 14 jaar na dato op een veroordeling komen te staan van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

by The Association for the Defense of Human Rights in Romania – the Helsinki Committee

Anca Doiciu werd op 3 januari 2001 verzocht om naar het politiebureau van het plaatsje Predeal in centraal Roemenië te komen. Haar echtgenoot was gearresteerd na een woordenwisseling met een taxichauffeur en zij was verzocht een getuigenverklaring af te leggen.

Tijdens de ondervraging van haar man werd de politie gewelddadig. De destijds 19-jarige Doiciu probeerde hem te verdedigen, maar werd zelf ook geslagen.

Vier politieagenten keken toe toen één van hun collega’s – L.I. – Doiciu zo hard aanpakte, dat zij een hersenschudding en kneuzingen aan haar gezicht opliep. De vrouw moest twee weken medisch behandeld worden.

Eén klap

Aangezien de politie in 2001 nog niet was gedemilitariseerd, diende Doiciu een strafrechtelijke klacht in tegen L.I. bij de militair aanklager.

Volgens het daaropvolgende onderzoek van de militair aanklager was Doiciu op de politieagent gesprongen om hem te slaan en had de agent haar slechts een klap gegeven. In april 2002, na een onderzoek dat iets meer dan een jaar in beslag nam, werd de zaak ten einde gebracht met een administratieve boete voor de agent vanwege een ‘‘gebrek aan ernst ten aanzien van de feiten’’.

Deze boete werd echter kwijtgescholden en twee jaar later werd L.I. gepromoveerd tot hoofd van zijn politiebureau.

Tot 2008 zette Doiciu haar juridische strijd voort bij verschillende Roemeense rechtbanken, maar zonder een, voor haar, gunstig resultaat. Datzelfde jaar werd haar zaak eindelijk ontvankelijk verklaard bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Slecht onderzoek volgt op mishandeling

Zeven jaar later, op 5 mei 2015, oordeelden de rechters in Straatsburg dat Roemenië het Europees Verdrag voor de Rechtenvan de Mens (EVRM) had geschonden omdat het land had nagelaten te zorgen voor gerechtigheid voor Doiciu.

Verwijzend naar met name het verbod op onmenselijke en vernederende behandeling (artikel 3 EVRM), was er volgens het EHRM sprake van mishandeling van Doiciu en was het onderzoek in haar zaak ondoelmatig.

De rechters wijzen erop dat zelfs in de moeilijkste omstandigheden, bijvoorbeeld in de strijd tegen terrorisme, onmenselijke behandeling en marteling volgens het EVRM verboden zijn, en dat geldt zeker ook als slachtoffers politieagenten proberen te provoceren.

‘‘Met deze uitspraak laat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Roemenië opnieuw weten dat marteling en onmenselijk behandeling door politieagenten, ongeacht de omstandigheden, verboden zijn en dat beschuldigingen op dit gebied zo snel mogelijk en op betrouwbare wijze intern moeten worden onderzocht’’, verklaart advocaat bij de Association for the Defense of Human Rights in Romania - het Helsinki Committee (APADOR-CH) Diana Olivia Hatneanu, die Doiciu in haar zaak bij stond.

Het EHRM heeft Doiciu een vergoeding van 11.000 euro voor morele schade en ongeveer 2500 euro voor gemaakte kosten toegewezen.

In een andere zaak over Roemeens politiegeweld uit november 2014, Flamanzeanu tegen Roemenië, hebben advocaten van de APADOR-CH de verzoeker eveneens vertegenwoordigd.

Een treurigstemmend overzicht van politiegeweld tegen Roemeense burgers verscheen al eerder op de website.