Tech & Rights

Ministerie van Justitie: Reguleren van de rechten van verweerders moeten duidelijker

Het Ministerie van Justitie in Litouwen heeft het voorbereiden van zijn amendementen voor het Stelsel van de Strafrechtelijke Procedure afgerond en daarmee de weg vrijgemaakt voor een helderdere en gelijkwaardigere regulering van de rechten van verweerder

by Human Rights Monitoring Institute

Het Ministerie van Justitie in Litouwen heeft het voorbereiden van zijn amendementen voor het Stelsel van de Strafrechtelijke Procedure (SSP) afgerond die, in overeenstemming met het besluit van het Constitutionele Hof een helderdere regulering van de rechten van verweerders zou toestaan en daarbovenop het interviewen van verdachten op afstand mogelijk maken met gebruik van video- of audio-opnameapparatuur.

“Het Constitutionele Hof heeft vastgesteld dat bepaalde voorzieningen van het Stelsel van de Strafrechtelijke Procedure in tegenstelling staan tot onze fundamentele wet [Grondwet] en zodoende moesten wij in amendementen voorzien om de regulering van de rechten van verweerders gedurende het proces duidelijk te maken,” merkte de minister van Justitie op.

Op dit ogenblik mag een verdachte onder het Stelsels van de Strafrechtelijke Procedure niet voor een ernstiger misdaad of wangedrag worden veroordeeld, of voor welke overtreding dan ook met fundamenteel andere feitelijke omstandigheden van welke in de tenlastelegging staan gespecifieerd indien zij of hij niet van tevoren is geïnformeerd over de mogelijkheid daarvan tijdens het verhoor. In dit geval vragen de openbare aanklager, de [xxx – private prosecutor] of het slachtoffer de verdachte om het desbetreffende delict te opnieuw te beoordelen en wordt aan de verdachte meer tijd gegund om zijn verdediging voor te bereiden.

Dit is echter niet van toepassing als het delict dat op de dagvaarding staat opnieuw als een minder zwaar delict of wangedrag onder het Strafrecht is beoordeeld, of indien de feitelijke omstandigheden van de overtreding fundamenteel onveranderd zijn.

Het Constitutionele Hof erkende dat de huidige stand van zaken, waar een verdachte niet over de toegevoegde aanklachten geïnformeerd wordt – ongeacht het feit dat zij opnieuw beoordeeld worden als minder zwaar delict of misdraging – tot aan de conclusie van het onderzoek van bewijs in de rechtbank, ruimte geeft voor ontwijking van het recht van een verdachte om te weten van welk delict of overtreding zij of hij verdacht wordt, voor het niet garanderen van de beschikbaarheid van voldoende procedurele middelen om zich te verdedigen tegen de aanklacht, of de mogelijkheid om voordeel te nemen van de genoemde middelen, om de rechten van een verdachte om zich de verdedigen te beperken en het rechtsprincipe, zoals verankerd in de Grondwet, te schenden.

Hierom stelt de ontwerpwet die de SSP wijzigt voor om de openbare aanklager, de [xxx – private prosecutor] of het slachtoffer in staat te stellen om een geschreven aanvraag te overleggen om de beoordeling van de overtreding die in de aanklacht staat, te wijzigen door iedere andere voorziening te vervangen (voor of een zwaarder of lichtere overtreding) voordat het onderzoek van bewijs in de rechtbank wordt afgesloten. Dit kan ook door de rechtbank zelf worden gedaan, door de partijen te informeren in het geval van veranderde feitelijke omstandigheden van het delict dat in de dagvaarding gespecifieerd is.

Het wetsontwerp stelt ook voor om interviewen op afstand van verdachten (gedurende voorgerechtelijke onderzoeken) of gedagvaarde (tijdens rechtbankverhoren) met behulp van video- of audiomiddelen mogelijk te maken. Tot nog toe werd dit alleen toegestaan voor getuigen en slachtoffers. Een verdachte of gedagvaarde kon alleen op afstand worden gehoord als zij niet in staat waren om het interview (of rechtbankverhoor) bij te wonen, of in hechtenis of voorarrest of in een heropvoedingsinrichting zaten.

Het wetsonwerp van het Ministerie van Justitie is nu ter oeverweging onderworpen aan andere belangstellende instituties.