Tech & Rights

Voorlopige hechtenis wordt te vaak toegepast in Roemenië

Ondanks beschikbare legale alternatieven, waaronder huisarrest, gerechtelijke supervisie en borg, wordt door Roemeense rechters bijna altijd voorlopige hechtenis opgelegd.

by The Association for the Defense of Human Rights in Romania – the Helsinki Committee
Volgens een studie die is uitgevoerd door de Association for the defence of human rights in Romania – Helsinki Committee (APADOR-CH), wordt de voorlopige hechtenis te vaak in Roemenië toegepast, hoewel de wet ruimte biedt voor minder kostbare alternatieven.
Zeventig procent van de advocaten die aan dit onderzoek meewerkten zeiden dat ze zaken tegenkwamen waar de voorlopige hechtenis niet wettelijk onderbouwd was.

Het rapport over 2014-2015 is opgesteld als onderdeel van een project dat door de EU was gefinancierd. Een gezamenlijke onderzoeksmethode werd in 10 lidstaten toegepast waarbij de onderzoeksgegevens door middel van het controleren van hoorzittingen voor voorlopige hechtenis, het analyseren van dossiers, maar ook door een enquête onder advocaten en het interviewen van rechters en openbare aanklagers werden verzameld.

APADOR-CH heeft een aantal problematische vraagstukken geïdentificeerd, waaronder:

1. De besluitvormingsprocedure: Ondanks uitgebreide verdedigingsrechten die de wet biedt, blijft het genot om in de praktijk gebruik te maken van deze rechten beperkt. Advocaten krijgen pas kort voor een zaak een melding, waardoor ze vaak niet meer dan een halfuur de tijd hebben om de zaak voor te bereiden.

Zelfs rechters hebben soms te weinig tijd om het dossier te lezen en baseren zich daardoor te veel op de argumenten van de openbare aanklager. Terwijl aanklagers maar zelden bewijs aanvoeren om detentie te rechtvaardigen, zijn de advocaten van de verdediging niet in staat om bewijs te leveren om de argumenten tegen detentie te ondersteunen.
2. De inhoud van de vonnissen: Veel nationale rechtbanken falen in de zorg voor onderbouwde beredenering voor het opleggen van voorlopige hechtenis. Het onderzoek toonde aan dat de meest voorkomende reden voor voorlopige hechtenis 'het mogelijk gevaar voor de samenleving' is, gevolgd door het mogelijke risico van recidive en het vluchtrisico van de verdachte.


Maar onderzoekers hebben ontdekt dat de ernst van het misdrijf vaak de echte reden is voor voorlopige hechtenis, hoewel dat in strijd is met de maatstaven van de mensenrechten in de EU. Zeventig procent van de genoemde advocaten zijn het oordeel tot voorlopige hechtenis tegengekomen op onwettige gronden.

"Het hangt er echt van af wie in de zaak de openbare aanklager is; hij kent het dossier beter dan wie dan ook en dus geef ik aan hem de voorkeur. In het algemeen analyseert of betwist de advocaat het bewijs niet. Als de openbare aanklager wel goed is voorbereid en de advocaat [van de verdediging] is dat niet, dan heb je maar weinig om in overweging te nemen en de verdedigende partij wordt door dit systeem duidelijk benadeeld." - een Roemeense rechter die voor het onderzoek werd geïnterviewd.

3. Het gebruik van alternatieven voor detentie: Ondanks andere alternatieven die bij wet beschikbaar zijn voor hechtenis, waaronder huisarrest, gerechtelijke supervisie en borg, worden zij maar zelden toegepast. Rechters zijn terughoudend in de overweging van alternatieven die de vrijheid niet benemen, omdat zij denken dat ze minder effectief zijn.

Bij de overgrote meerderheid van zaken die tijdens dit onderzoek onder de loep werden genomen, werden alternatieven voor voorlopige hechtenis niet eens overwogen.

4. Het herziening van voorlopige hechtenis: Hoewel in alle zaken die in ogenschouw zijn genomen en in alle dossiers die zijn bekeken de herziening van de voorlopige hechtenis werd beoordeeld conform de wet, hield het eerste oordeel in het algemeen stand, vaak op basis van dezelfde argumenten als het eerdere oordeel en alternatieven werden nooit opgelegd. In de geobserveerde en onderzochte zaken werd geen nieuw bewijs aangeleverd in de herzieningsfase.

Het volledige rapport is hier te vinden (in het Engels).