Tech & Rights

In Tsjechië sta je als slachtoffer van politiegeweld machteloos

Slachtoffers van politiegeweld in Tsjechië hebben onvoldoende toegang tot de rechter en agenten die over de schreef gaan worden zelden vervolgd. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is doorgaans de enige optie om een schadevergoeding te krijgen.

by The League of Human Rights

Slachtoffers van politiegeweld in Tsjechië hebben onvoldoende toegang tot de rechter en worden vanwege de tekortkomingen binnen het Tsjechische rechtsstelsel vaak gedwongen zich te wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) als zij compensatie willen.

‘‘Zo hebben we een man geholpen die onrechtmatig werd vastgehouden en geslagen door de politie. In een andere zaak hebben we bijstand verleend aan de naasten van een jonge man die op het politiebureau overleed onder merkwaardige omstandigheden’’, vertelt een vertegenwoordiger van de League of Human Rights, die deze zaken recentelijk tot een einde bracht en een schadevergoeding bedong voor het eerstgenoemde slachtoffer.

Een terugkerend probleem bij het helpen van dit soort slachtoffers is het gegeven dat de Algemene Inspectie van de Veiligheidsdiensten het totaal laat afweten. Zij voldoet niet aan haar taak om gevallen van onmenselijke en vernederende behandeling te onderzoeken. Kort geleden is bij het EHRM juist hierover nog een klacht ingediend tegen de inspectie.

Op 15 maart 2014, Internationale dag tegen politiegeweld, werd tegen het hoofd van de inspectie een klacht ingediend omdat hij had nagelaten onderzoek te doen naar gevallen van politiegeweld en bovendien verdacht werd van corruptie. Volgens verschillende onafhankelijke bronnen is er uit een fonds ter ondersteuning van vertrouwelijke informanten ongeveer 7 miljoen Tsjechische kronen (zo’n 254.000 euro) verdwenen. De openbaar aanklager weigerde echter om de klacht in behandeling te nemen.

Gebrek aan toezicht

Daarnaast is er een gebrek aan toezicht op de inspectie vanuit de overheid. De overheid stelt dat zij geen controle heeft over het dagelijkse functioneren van deze onafhankelijke instantie. Het zou echter logisch zijn als de inspectie onafhankelijk is van degenen naar wie zij onderzoek doet, terwijl er sprake is van controle of toezicht op haar eigen verrichtingen.

Een geval van politiegeweld dat onbestraft is gebleven, was het filmen van een politie-inval door een cameraman van de televisie. Hij hield vier gebroken ribben over door een onverwachte slag van een ME’er. Door de mishandeling kwam er water in zijn longen terecht en hij had wekenlang nodig om te herstellen.

De cameraman diende een klacht in en woonde zelfs een aantal hoorzittingen bij over het onderzoek naar de aanval op hem, die door een aantal omstanders is waargenomen. Al gauw werd de zaak voor onbekende redenen uitgesteld. Toen duidelijk werd dat het OM niet van plan was nadere actie te ondernemen, werd de zaak door de politie gesloten met de absurde conclusie dat de ‘‘interventie’’ van de ME’er gepast was en dat de cameraman de verantwoordelijkheid droeg voor het incident.