Tech & Rights

Belgische aanpak van terreurdreiging roept vragen op

Waren de acties van de Belgische regering kort na de aanslagen in Parijs terecht en in verhouding met de dreiging die er was?

by David Morelli
Military and police were deployed throughout the streets of the Brussels. (Image: Miguel Discart - Flickr/CC content)
Na het afsluiten van Brussel en verschillende veiligheidsalerts die als een achtbaan doorwerkten, hebben de LDH en de FIDH bepaalde maatregelen die de regering had genomen om het aangekondigde dreigende gevaar te managen, ter discussie gesteld.

De dreiging duurde zes dagen. Alertheidsniveaus gingen omhoog en omlaag zonder controleerbare informatie om deze veranderingen te rechtvaardigen. Als er al uitleg gegeven werd, was die niet duidelijk, tegenstrijdig en warrig.

Crisis management

Dit geeft weer hoe veel burgers en organisaties, zoals de Liga van Mensenrechten (LDH) en de Internationale Federatie voor Mensenrechten FIDH, aankijken tegen de manier waarop de overheid de crisis heeft gemanaged. Was dit ook echt het geval?

Zonder de mogelijkheid om de noodzaak van de overheidsmaatregelen tijdens de crisis objectief te analyseren, die resulteerden in tanks in de hoofdstedelijke straten, scholen die dicht bleven en een gebrek aan informatie aan de burgers, kunnen de LDH en de FIDH alleen observeren en het gebrek aan transparantie van de overheidscommunicatie ter discussie stellen nu er wat tijd overheen is gegaan.

Tijdens de noodtoestand mocht twijfel over de legitimiteit van de maatregelen niet geuit worden. In de weken erna is twijfel niet alleen toegestaan, maar ook noodzakelijk, mede vanwege de ondoorzichtigheid van de communicatie.

Reden voor de maatregelen?

De LDH en de FIDH hebben vragen bij de noodzaak van bepaalde maatregelen die de overheid nam. Welke objectieve factoren rechtvaardigden de keuze voor het hoogste dreigingsniveau (niveau 4) op vrijdagavond 20 november, waardoor Brussel een doodse en angstige stad werd?

De vraag wordt relevanter na de speurtochten - overigens onder resultaat - die tijdens het weekend plaatsvonden. Deze deden niets om de bewering van de overheid te bevestigen dat er een aanval dreigde. En ook rechtvaardigden de speurtochten de inzet van leger en politie in de Brusselse straten niet .

Het is niet een kwestie van bepaalde informatie bestempelen als 'top secret'. De overheid zou burgers als volwassenen moeten behandelen die in staat zijn om de relevantie van gevaar in te kunnen schatten en de ruimte aan democratische instituten geven om hun onmisbare werk te uit te voeren.

En welke objectieve factoren rechtvaardigden op donderdag 26 november het verlagen van het dreigingsniveau naar niveau 3, toen net een dag ervoor scholen weer open gingen en de metro weer ging rijden toen niveau 4 nog gold?

Met deze tegenstrijdigheden vragen beide organisaties zich af of alleen de veiligheid van de burgers deze maatregelen rechtvaardigden. Of dat andere overwegingen, anders dan de genoemde dreiging (zoals een gebrek aan mankracht en middelen om niveau 4 te kunnen handhaven tot maandag 30 november), dit verminderde alertheidsniveau motiveerden. Zou het bijvoorbeeld niet kunnen dat een gebrek aan personeel en middelen bijvoorbeeld de oorzaak is geweest dat het niveau op 26 november naar niveau 3 werd bijgesteld?

Chaos in communicatie

De overheid gaf informatie toen ze daartoe gedwongen werd onder druk van landelijke en buitenlandse media. Het is in deze context moeilijk om officiële verklaringen blindelings te vertrouwen die het verlagen of verhogen van het dreigingsniveau om veiligheidsredenen rechtvaardigen.

Daarom moeten de LDH en de FIDH aan één kant vragen stellen over welke beleids- of financiële redenen er achter de bijstelling naar niveau 3 zitten, en aan de andere kant de mogelijke politieke redenen die het niveau naar niveau 4 hielpen.

Deze stijging naar niveau 4 was een manier om aan te tonen dat de overheid handelt, maar wordt er op een effectieve en nuttige wijze gehandeld? Het schiep ook een klimaat dat gunstig is voor het versterken van het veiligheidsbeleid en rechtvaardigt daarmee de achttien maatregelen die na de aanvallen in Parijs werden aangekondigd.

De ondoorzichtigheid van de overheidscommunicatie en tegenstrijdigheid van haar maatregelen op het veiligheidsfront werpen twijfels op over de legitimiteit van haar handelen. Het is nodig om deze twijfels weg te halen en ook dat de overheid haar redenen verduidelijkt voor haar besluiten.

Democratische transparantie is cruciaal om het vertrouwen in de acties van de regering tegen een mogelijke terreurdreiging te handhaven of te herstellen. Transparantie is net zo hard nodig ten opzichte van de parlementsleden, zodat zij met volledige kennis van zaken de noodzaak en proportionaliteit van de achttien maatregelen kunnen beoordelen om het veiligheidsarsenaal te versterken.

Twijfels wegnemen

De strijd tegen terreur is nodig. Oog in oog met een dringende kwestie kan deze strijd maatregelen rechtvaardigen die bepaalde vrijheden inperken, maatregelen die proportioneel zijn, voor een beperkte periode gelden én onder strikt democratisch toezicht. De overheidscommunicatie roept veel twijfel op over de noodzaak en de motivatie die leidde tot deze maatregelen en die alleen voor de openbare veiligheid zouden moeten gelden.

Het is tijd voor de overheid om antwoorden te geven op deze vragen over de grondbeginselen van onze democratie. Als er geen antwoord komt, gaan de LDH en de FIDH de woorden van de premier parafraseren wat betreft de voorwaarden voor democratie en het respect voor mensenrechten: "De dreiging staat voor onze neus."

De LDH gaat in de komende dagen een persconferentie houden om de achttien maatregelen stuk voor stuk te analyseren.