Tech & Rights

Italië & marteling: Hoe lang blijft de schaamte doorgaan?

Italië blijft voor het Hof van Straatsburg belanden om zich te verantwoorden voor marteling. Zal de regering eindelijk haar les eens leren en de misdaad van marteling in haar Wetboek van Strafrecht opnemen?

by Associazione Antigone
Ondanks het aantal zaken tegen de Italiaanse staat inzake marteling door de politie is er geen echte vooruitgang geboekt om de misdaad van foltering in de nationale wetgeving te krijgen.

De geschiedenis blijft zich herhalen

Nog maar een jaar geleden veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), in zijn arrest in de zaak Cestaro, Italië scherp voor de schending van Artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) - dat foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen verbiedt - tijdens de Genoa 2001 G8-top.

Het geweld vond plaats tijdens de politie-inval in de Diaz school. De politie ging vrijuit voor het gebruiken van geweld, ondanks het feit dat het zelfs door de Italiaanse Hoge Raad was erkend: het daaropvolgende proces eindigde zonder enige straf voor de schuldige agenten vanwege de lacune in het Italiaanse recht dat marteling niet als een misdaad erkent.

Een ander Italiaanse zaak over marteling betreft ernstig misbruik van gevangenen in de handen van de penitentiaire politie. Ook deze zaak is uiteindelijk bij het EHRM beland. De gebeurtenissen vonden tien jaar geleden plaats in de Asti-gevangenis, en ondanks duidelijke bewijzen werden de daders niet gestraft.

De Italiaanse rechters erkenden duidelijk dat hier sprake was van foltering, zoals deze is gedefinieerd door het VN-verdrag tegen foltering (en dat door Italië in 1989 ondertekend is), maar oordeelde dat de daders niet konden worden gestraft omdat er geen wet bestond voor de strafbaarstelling van hun daden.

Geld is geen panacee

Toen de zaak Asti door het EHRM in overweging werd genomen, stelde de Italiaanse regering voor om de zaak in de minne te schikken met het aanbod om de twee slachtoffers elk een schadevergoeding van 45.000 euro uit te betalen. Maar in dat voorstel verbond de regering zich niet aan een juridische hervorming om eindelijk de misdaad van marteling in te voeren. Dus wees het Hof de deal af.

De zaak is inderdaad ontvankelijk verklaard en staat gepland om verder te gaan bij het Hof in Straatsburg dat duidelijk verwacht dat de Italiaanse staat voldoet aan haar verplichting om het strafbaar te stellen van marteling serieuzer te nemen.

Met andere woorden: geld is geen panacee. In feite is er maar één uitweg uit deze beschamende situatie en dat is de strafbaarstelling van marteling. Italië moet zijn grondwettelijke en internationale verantwoordelijkheden nakomen als het gaat om een verbod en repressie van marteling; totdat dit gebeurt, herhaalt de geschiedenis zich keer op keer.