Tech & Rights

Mensenrechtensituatie in Ierland bekritiseerd door VN-Mensenrechtencommissie

De VN-Mensenrechtencommissie heeft stevige kritiek geuit op Ierland, onder meer over het recht op abortus en discriminerende praktijken.

by The Irish Council for Civil Liberties
Nigel Rodley, voorzitter van de VN-Mensenrechtencommissie

Op 15 juli kwam in Genève een einde aan de vierde periodieke beoordeling van Ierland onder het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De voorzitter van de VN-Mensenrechtencommissie Nigel Rodley wees Ierland in duidelijke bewoordingen terecht omdat het land had verzaakt een stortvloed aan mensenrechtenschendingen te onderzoeken en vanwege de consistente nalatigheid om waarheidsvinding en verantwoordingsplicht centraal te stellen in de schadeloosstelling voor slachtoffers van deze schendingen.

De Irish Council for Civil Liberties (ICCL) stond aan het hoofd van een 30-koppige delegatie vanuit de Ierse burgermaatschappij die in Genève aanwezig was om de leden van de Mensenrechtencommissie vóór de zittingen op de hoogte te brengen van een breed spectrum van problemen, waaronder:

► De noodzaak tot erkenning door de staat van Travellers als etnische minderheid.

► Schadeloosstelling voor vrouwen die de barbaarse praktijk van symfysiotomie (operatieve verloskunde) hebben ondergaan in kraamklinieken.

► Schadeloosstelling voor slachtoffers van de zogenaamde Magdalene laundries (katholieke instellingen waar meisjes en vrouwen – vaak ongetrouwde moeders of hun dochters – soms jarenlang of zelfs hun hele leven te werk werden gesteld).

► Blijvende overheersing van de katholieke kerk op scholen.

► Discriminatie jegens verstandelijk gehandicapten.

► De reproductieve rechten van vrouwen en de extreem restrictieve abortuswetten

Tijdens de twee dagen durende beoordeling, waarbij Ierse overheidsfunctionarissen verantwoording aflegden tegenover leden van de VN-Mensenrechtencommissie, werd veel gesproken over Ierlands ‘‘steun aan de controleorganen van relevante verdragen (bijvoorbeeld de Mensenrechtencommissie zelf) als hoeksteen van het Ierse buitenlandbeleid’.’ Dit mag niet verwonderlijk zijn gezien het prestigieuze lidmaatschap van Ierland van de VN-Mensenrechtenraad. Toen het echter ging over het nakomen van de uit het IVBPR voortvloeiende verplichtingen in Ierland zelf, had de Ierse regering weinig concrete hervormingen te melden – ondanks veel referenties naar wetgeving die ‘‘wordt verwezenlijkt’’ en algemene referenties naar de ontwikkeling van uitvoeringsplannen, evaluaties van strategieën en speciale werkgroepen.

Leden van de Mensenrechtencommissie probeerden tevergeefs te weten te komen waarom Ierland, dat zichzelf ziet als beschermer en voorvechter van mensenrechten in het buitenland, geen strategie heeft kunnen ontwikkelen om de Ierse abortuswetten in overeenstemming te brengen met het IVBPR en waarom Ierse overlevenden van symfysiotomie een onafhankelijk en transparant proces van waarheidsvinding nog altijd wordt ontzegd. Ondertussen tikte de tijd weg en zou de aandacht spoedig worden verlegd naar een ander land.

De ICCL en de gedelegeerden van de aanwezige ngo’s verwelkomden dan ook de oprechte woorden van Nigel Rodley aan het einde van de hoorzitting. ‘‘De Magdalene laundries, de tehuizen voor moeders en babies, het kindermisbruik, de symfysiotomie, dat is geen misselijke opsomming van misstanden – misstanden die dusdanig lang hebben voortgeduurd dat het moeilijk is voor te stellen dat de regeringspartijen dit hebben getolereerd. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze misstanden niet los staan van de geloofsovertuigingen die heersten binnen de regering.’’

Ten aanzien van de regressieve wetten over de reproductieve rechten van vrouwen verklaarde Rodley dat ‘‘de erkenning van het primaire recht om te leven van een vrouw als bestaand mens moet prevaleren boven dat van het ongeboren kind. Ik zie totaal niet in op basis van welke geloofsovertuiging deze prioriteit aan het embryo in plaats van aan de moeder zou moeten worden gegeven. Het is goed om te zien dat hier in 2013 eindelijk duidelijkheid over is gekomen maar het is betreurenswaardig dat deze verduidelijking niet ook betrekking heeft op de gezondheid van de vrouw.’’

Naar aanleiding van de periodieke beoordeling zal de VN-Mensenrechtencommissie Ierland volgende week een reeks aanbevelingen doen. De Minister van Justitie Frances Fitzgerald en haar kabinetscollega’s hebben twee opties: doorgaan op dezelfde weg en bij de volgende beoordeling over vier jaar dezelfde aanklachten aanhoren, of met overtuigend politiek leiderschap uitvoering geven aan de aanbevelingen van de commissie. Met een herkschikking van het Ierse kabinet en gezien het huidige lidmaatschap van Ierland van de VN-Mensenrechtenraad is er goede hoop dat er ditmaal echt werk wordt gemaakt van de tweede optie. Als er een grondig debat over de aanbevelingen wordt gehouden in het parlement zou dat een duidelijk teken zijn dat de Ierse regering zich oprecht toelegt op het op orde stellen van zaken.