Tech & Rights

In welke mate mag de Poolse Minister van Justitie rechters bekritiseren?

Dit is de vraag die bij de regionale rechtbank in Warschau ligt in een persoonlijke procedure die de rechter van een regionale rechtbank, Justyna Koska-Janusz, heeft aangespannen tegen de Minister van Justitie.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights
De zaak heeft betrekking op een officieel persbericht dat in oktober 2016 op de website van het Ministerie van Justitie werd gepubliceerd, getiteld "De verklaring over de verkorting van de externe opdracht van rechter Justyna Koska-Janusz."

''Buitengewone onbekwaamheid'

In de verklaring stond dat de jurist "buitengewone onbekwaamheid had getoond en uitzonderlijk incapabel bleek in het voorzitten van een erg simpele, doch veelbesproken zaak."

De verklaring vervolgde dat "rechters die zaken in een regionale rechtbank voorzitten erg getalenteerd, bedreven en professioneel moeten zijn," suggererend dat rechter Koska-Janusz geen van deze kwaliteiten bezat.

Koska-Janusza heeft een zaak aangespannen om haar reputatie te verdedigen en eist een verontschuldiging en schadevergoeding.

Politieke druk

Volgens de beoordeling van de Helsinki Foundation for Human Rights (HFHR) is deze zaak, die gaat over de grenzen van juridisch aanvaardbare kritiek op rechters door een uitvoerend orgaan, van groot belang voor het handhaven van het grondwettelijk beginsel van de rechterlijke onafhankelijkheid.

Verklaringen van overheidsfunctionarissen, zeker van zij die gaan over de toepassing van uitvoerende maatregelen (zoals een herroeping van een externe opdracht van een rechter), kunnen een vorm zijn van politiek gemotiveerde druk op rechters.

Het HFHR heeft besloten om een amicus curiae te presenteren in deze zaak.

"De stichting heeft de wetmatigheid van de relevante acties van de Minister van Justitie en de grenzen van zijn vrijheid van meningsuiting in het licht van de grondwettelijke en internationale normen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de rechters geanalyseerd," zegt Adam Ploszka, een advocaat werkzaam voor de HFHR.
"Naar onze mening handelt het Ministerie van Justitie met het publiceren van dergelijk commentaar op haar website niet naar de vrijheid van meningsuiting. Deze vrijheid, als alle andere mensenrechten en vrijheden die zijn gegarandeerd in de Grondwet en in internationaal recht, kan alleen worden uitgeoefend door private partijen. De werkzaamheden van overheidsinstanties worden beoordeeld op het principe van legalisme, waaruit volgt dat acties alleen zijn toegestaan als ze uitdrukkelijk door de wet zijn voorgeschreven,' verklaart Marcin Szwed, een ander lid van het HFHR juridisch team.

De eerste hoorzitting van de zaak werd onderbroken door de raadgever van de Minister van Justitie, die een motie indiende om alle (meer dan 280) rechters van de regionale rechtbank in Warschau te wraken. Tegelijkertijd volgde de raadgever de suggestie van de rechtbank en verklaarde dat zijn client bereid was om te onderhandelen over een schikking.