Tech & Rights

Levenslange gevangenisstraf in Nederland staat op gespannen voet met het EVRM

De rechtbank in Assen legt 30 jaar gevangenisstraf op omdat de rechtbank de praktijk van levenslange gevangenisstraf in Nederland op gespannen voet met artikel 3 EVRM vindt staan.

by PILP
"Uit de jurisprudentie van het EHRM volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat het opleggen van een levenslange gevangenisstraf in Nederland zonder meer in strijd komt met artikel 3 EVRM. Wel is de rechtbank van oordeel dat uit deze jurisprudentie volgt dat de praktijk van de levenslange gevangenisstraf in Nederland op gespannen voet staat met de eisen die uit het EVRM voortvloeien, omdat de facto nauwelijks perspectief bestaat op verkorting van de opgelegde levenslange gevangenisstraf. Dit is voor de rechtbank de reden om niet over te gaan tot het opleggen van een levenslange gevangenisstraf."

De zaak van de gebroeders R.

De rechtbank Noord-Nederland in Assen heeft op 24 november 2015 uitspraak gedaan in de zaak van de broers R. Zij worden ervan verdacht dat zij in november 2012 de heer Smit op het Dwingelderveld om het leven hebben gebracht en in juli 2013 het echtpaar Veenendaal te Exloo.

De rechtbank veroordeelt de oudste broer tot een gevangenisstraf van 30 jaar met tbs. De jongste broer wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar. De rechtbank acht doodslag met beroving van de heer Smit bewezen voor de oudste broer. Bij de jongere broer is opzet op de dood van Smit niet bewezen geacht. Beide broers zijn veroordeeld voor moord op het echtpaar Veenendaal. Zij handelden met voorbedachte raad toen zij het echtpaar doodden.

De oudste broer is volledig toerekeningsvatbaar geacht, omdat hij anders had moeten en kunnen handelen. De rechtbank ziet hem als initiatiefnemer van de misdrijven. De jongste broer is enigszins verminderd toerekeningsvatbaar geacht.

Maximale tijdelijke gevangenisstraf

De officier van justitie vorderde voor beide broers levenslange gevangenisstraf. In de zaak van de oudste broer legt de rechtbank deze straf niet op, omdat in de Nederlandse rechtspraktijk de mogelijkheid van gratie voor levenslang gestraften vrijwel niet wordt toegepast. Levenslang is in de praktijk echt levenslang, zonder enig perspectief op vrijlating in de toekomst. Dit staat op gespannen voet met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Aan de oudste broer legt de rechtbank daarom de maximale tijdelijke gevangenisstraf van dertig jaar op en tbs met dwangverpleging voor de periode na het ondergaan van de gevangenisstraf.

Hoewel de jongere broer enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is en zijn rol kleiner is dan die van zijn broer, legt de rechtbank ook aan hem een gevangenisstraf op van dertig jaar. De ernst van de feiten laten naar het oordeel van de rechtbank een lagere straf niet toe. Aan hem wordt geen verdere maatregel opgelegd.

Lees hier de uitspraken: ECLI:NL:RBNNE:2015:5389 & ECLI:NL:RBNNE:2015:5390