Tech & Rights

De verrassende waarheid over antiliberale democratieën & eenhoorns

Aanhangers van de "nieuwe soorten" democratieën die in Europa opduiken, beweren dat hun soort "antiliberale" democratie net zo sterk is als traditionele democratieën. Maar dit is onzin.

by Orsolya Reich

Veel van mijn Facebook-vrienden zijn politieke nerds. Dit is niet bepaald schokkend. Ik studeerde af in politicologie aan een internationale universiteit en de helft van mijn voormalige Masteropleiding doceert politieke wetenschap aan verschillende Europese instellingen. We zijn bevriend op sociale media. Ze debatteren regelmatig over de juiste karakterisering van bepaalde Oost-Europese landen. Of het gepast is om ze antiliberale democratieën te noemen. Of dat ze beperkte democratieën zouden moeten worden genoemd. Of defecte democratieën. Of geleide democratieën. Of liberale autocratieën. Of electoraal autoritarisme.

Ik ben normaal gesproken verre van een nerd.* Ik heb het geduld niet om me in nutteloze debatten te mengen.** Daarnaast geef ik er niks om hoe we iets noemen zolang we het maar eens zijn over de onderliggende feiten en het labellen geen verwarring veroorzaakt. Maar wanneer het aankomt op het beschrijven van bepaalde Oost-Europese regimes, is die verwarring vaak juist wel aanwezig.

Cynische lachjes

Waarom? Laat me kort samenvatten hoe deze regimes werken. Ze krijgen geen macht door een militaire staatsgreep. Ze houden zelfs verkiezingen en winnen ze. Ze stellen het constitutionalisme niet ter discussie. Ze schrijven gewoon een nieuwe grondwet waarin staat dat de oude de uitdagingen waar we in de 21e eeuw voor staan, niet aankan. Ze negeren wetten niet schaamteloos. Ze veranderen ze van dag tot dag zonder de belanghebbenden goed te raadplegen. En dan raken ze geobsedeerd door wetten. Ze maken wetten die te ambigu zijn om erachter te komen of het op jou van toepassing is. Ze maken wetten die zijn afgestemd op een specifieke instelling of evenement dat ze niet leuk vinden of willen vermijden. Ze maken wetten die gewoon niet gevolgd kunnen worden. En ze passen deze wetten selectief toe tegen hun vijanden, waarbij ze het belang van gezagsgetrouwheid aanhalen met een enorme, cynische glimlach op hun gezicht.

Ze verbieden de onafhankelijke media niet. Ze vragen gewoon loyale oligarchen om zoveel mogelijk (voorheen) onafhankelijke media te bemachtigen en ze in een propagandamachine te veranderen. En dan bedreigen ze de rest van de media met allerlei soorten terror tot ze zichzelf beginnen te censureren. Ze ontbinden maatschappelijke organisaties niet. Ze noemen ze alleen buitenlandse agenten en snijden hun toegang tot donoren af. Ze zetten oppositieleiders niet gevangen zonder een rechtszaak. Ze beschuldigen hen van wanbeheer van fondsen. Of vertellen laster over hun namen. Of ze kopen hun uit. Ze verbranden geen boeken. Ze zorgen er gewoon voor dat kritische schrijvers geen toegang krijgen tot ondersteuning waar niet-kritische schrijvers wél toegang tot hebben. Ze verbieden geen films. Ze dwingen bioscopen gewoon om ze niet te laten zien.

Dus hoe karakteriseren we deze regimes? Zouden we moeten worden beschreven als nieuwe, voorheen onbekende soorten democratieën? Of simpelweg als (erg) imperfecte democratieën? Of zijn het überhaupt wel democratieën?

Nieuw versus oud?

Wanneer politicologen proberen te meten hoe democratisch een land is of wat voor soort democratieën tegenwoordig bestaan, gebruiken ze gewoonlijk een aantal goed afgesproken variabelen. Ze meten hoe vrij de media is, hoe vrij de verkiezingen zijn, hoe onafhankelijk de rechterlijke macht is, hoe bepaalde basisrechten worden gerespecteerd, enzovoort. En dan tellen ze de cijfers bij elkaar op of - als ze geïnteresseerd zijn in categorisering - zoeken ze naar vergelijkbare gevallen, landen die min of meer hetzelfde scoren in de meeste dimensies.

Natuurlijk kunnen voorstanders van de 'nieuwe typen' van democratieën beweren dat de variabelen die wetenschappers gebruiken bevooroordeeld zijn, omdat ze 'hun' soort democratie meten aan voorwaarden die juist kenmerken zijn van het oude type. Maar dit is onzin. Stel je voor dat je vriendin zegt dat ze een opera schrijft, maar dat het is een nieuw type opera is. Je luistert naar de muziek. In jouw oren klinkt het meer als death metal - dus je suggereert dat de beste manier om te beslissen wat het genre eigenlijk is om het te vergelijken met de opera's die je kent. Je vriendin raakt geïrriteerd en beschuldigt je van oneerlijkheid. Waarom moeten we tenslotte de kenmerken van de oude opera gebruiken om te beslissen of dit ding dat ze schreef een opera is. Want dat is dat het is. Een nieuw type.

Met je vriendin wil je het misschien loslaten en - om de vriendschap te beschermen - gewoon aannemen dat er wat uitzonderingen zijn op wat jij tot nu toe 'opera' noemde. Maar dat is misschien niet zo'n goede strategie wanneer het aankomt op democratie. Je wil misschien benadrukken dat je dezelfde variabelen wil gebruiken.

Legitimiteit en eenhoorns

Wanneer politieke wetenschappers de traditionele variabelen gebruiken om te zien hoe democratisch hedendaagse landen zijn, vinden ze helaas niet dat er duidelijke gevallen zijn van democratieën en duidelijke gevallen van niet-democratieën. Er is een enorm (en groeiend) aantal landen dat daartussenin valt. Dit is een derde groep - ongelijk genoeg aan dictaturen, maar ook ongelijk aan gevestigde democratieën.

Er is een reden dat regimes die tot deze derde categorie behoren, erop staan om zichzelf democratieën te noemen. Er is een reden waarom ze erop staan dat alleen omdat hun "democratie" "anders" is, het nog niet minder een democratie is. En de reden is legitimiteit. Tot op heden worden alleen democratieën als legitieme regimes beschouwd. De overgrote meerderheid van de mensen gelooft dat democratie de enige echte en acceptabele vorm van regeren is.

Maar daarvoor hoef je niet te vallen. Het zijn geen nieuwe vormen van democratie. Het zijn niet eens minder perfecte democratieën. Het zijn geen democratieën. Democratieën zijn liberaal, ze staan voor de rechtsstaat, vrije media, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, enzovoort. Dit is zo, ongeacht of een conservatieve, een socialistische of een liberale partij regeert.

Antiliberale democratieën bestaan niet.*** Als je wilt, kun je ze hybride regimes noemen om te laten zien dat ze acceptabeler zijn voor die dictatuur, maar minder acceptabel dan echte democratieën.

Voor het gemak zullen we ze autoritaire regimes noemen. Omdat ze nog steeds onaanvaardbaar zijn.

*Mijn collega's barsten hier waarschijnlijk van de lach. Toch ben ik dat niet.

**Aan de andere kant, ik heb ooit een filosofie-essay geschreven over het probleem van commensurabiliteit. Toen beweerde ik dat een krokodil langer kan zijn dan dat het groen is. En dat meende ik.

***Eenhoorns bestaan ook niet.