Het Hof van Beroep in Litouwen heeft op 4 september geoordeeld in een zaak van mevrouw L. Š, een voormalig werknemer van de Roemeense ambassade in Vilnius die beweerde haar baan te zijn kwijtgeraakt als gevolg van discriminatie op grond van sekse. De rechter was het met de vrouw eens en kende haar omgerekend 14.500 euro toe als vergoeding voor geleden materiële schade.
Zonder reden ontslagen
L. Š. begon haar baan op de Roemeense ambassade in mei 2008 en liet haar werkgever in juli dat jaar met een attest weten dat zij zwanger was. De dag daarna werd zij zonder reden ontslagen.
‘‘Een minder gunstige behandeling van een werknemer vanwege zwangerschap wordt gezien als directe discriminatie op grond van sekse. Hoewel deze vorm van discriminatie in Litouwen verboden is, krijgen wij van werknemers redelijk vaak te horen dat hier op de werkvloer toch sprake van is. De voorkeur gaat altijd uit naar carrièregerichte mannen of alleenstaande vrouwen. Tijdens een sollicitatiegesprek wordt vrouwen vaak gevraagd naar hun burgerlijke staat en toekomstige gezinsplannen, terwijl zwangere vrouwen of vrouwen die met zwangerschapsverlof zijn, zonder geldige reden worden ontslagen’’, legt directeur juridische zaken van het Human Rights Monitoring Institute (HRMI), Jūratė Guzevičiūtė, uit naar aanleiding van de uitspraak van het hof in deze, voor het HRMI, strategische zaak.
Precedentwerking
‘‘De schadevergoeding van 14.500 euro voor materiële schade is gepast, zal werkgevers afschrikken over te gaan tot discriminerende handelingen en zal bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de beginselen van gelijke behandeling en gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt en ten aanzien van beroepsmatige activiteiten’’, verklaart de advocaat van L. Š., Diana Gumbrevičiūtė-Kuzminskienė.
L. Š. is een van de eerste vrouwen in Litouwen die het aandurfde om naar de rechter te stappen vanwege ontslag op grond van discriminatie. Van de uitspraak van het Hof van Beroep in haar zaak gaat precedentwerking uit die andere zwangere werknemers zal helpen als zij opkomen voor hun rechten.