Tech & Rights

Bewakers van de rechtsstaat falen: eerlijke verkiezingen in Hongarije in het geding

De beklagenswaardige besluiten van het Hongaarse Constitutionele Hof, de Nationale verkiezingscommissie en de Gegevensbeschermingsautoriteit hebben de reeds bestaande zorgen van mensenrechten-ngo's bekrachtigd: deze instellingen, die onafhankelijk moeten zijn en waken over de rechtsstaat, hebben gefaald.

by Hungarian Civil Liberties Union

Het Hongaarse Constitutionele Hof (CH) en de Gegevensbeschermingsautoriteit dienen het belang van de regering in plaats van haar macht te beperken. Dit is echter geen reden tot juichen aangezien wij van mijn mening zijn dat al onze grondrechten door hun tekortkomingen in gevaar worden gebracht en deze hun weerslag hebben op de openbare aangelegenheid van de democratie bij uitstek: de verkiezingen.

Binnen enkele dagen tijd heeft het CH twee afzonderlijke klachten verworpen met formele redenen en zonder grondig onderzoek uit te voeren. De eerste klacht was gericht tegen de verordening over verkiezingsposters in de openbare ruimte omdat die door regelgeving aan dezelfde beperkingen worden onderworpen als reclameposters. Op die manier zijn de beperkingen, die al waren vastgelegd in een verkiezingsprocedurewet, op willekeurige wijze uitgebreid. Dit limiteert zonder twijfel de mogelijkheid om campagne te voeren en is nauw verwant aan het vermogen van de burgers om hun stemrecht te laten gelden. Volgens het CH was er echter onvoldoende grond voor een grondwetsherziening. Daarom heeft het de zaak inhoudelijk niet in behandeling genomen.

De tweede klacht had betrekking op kiezers die zich op verkiezingsdag in het buitenland bevinden. Voor hen zouden ongelijke omstandigheden gelden aangezien zij niet per e-mail mogen stemmen. De klacht werd verworpen omdat het CH kiezers in het buitenland geen benadeelde partij vond. De absurde redenering van het CH - dat al eerder soortgelijke klachten heeft behandeld - gaat ervan uit dat de kiezer niet als benadeeld kan worden beschouwd aangezien de betwiste wetgeving hem of haar de mogelijkheid ontneemt te stemmen via e-mail. Op basis van de verwerpingen is het de vraag of het principe van gelijkheid volgens de wet überhaupt nog van kracht kan zijn in Hongarije.

In een derde geval lieten de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) en de Autoriteit vrijheid van informatie in navolging van de Nationale verkiezingscommissie de verkiezingen in de steek. Er is voldoende bewijs om ervan uit te gaan dat de persoonsgegevens van kiezers misbruikt worden en toch oordeelde de Nationale verkiezingscommissie dat het niet verplicht is om berichtgeving over het massale misbruik van verkiezingsaanbevelingen te onderzoeken. De klachten gingen over de vraag of er kandidaten waren die het vereiste aantal aanbevelingen wisten te verzamelen om zich verkiesbaar te stellen door persoonsgegevens te misbruiken. Het GBA bestempelde de mogelijkheid van het in behandeling nemen van dergelijke klachten als een onevenredig grote hoeveelheid werk die het verloop van het verkiezingsproces zou kunnen verstoren.

De besluiten van deze instellingen kunnen niet worden gerechtvaardigd door de korte bestuurlijke termijnen van de verkiezingen. Gezien de 'prestaties' van deze onafhankelijke organen van de Hongaarse Staat in een week tijd, zijn de drie ondergetekende mensenrechtenorganisaties tot de conclusie gekomen dat de radicale herstructurering van het Hongaarse publiekrecht te gronde is gegaan. Praktisch alle procedures en juridische instrumenten waarmee anti-democratische besluitvorming kan worden gecorrigeerd conform het rechtssysteem zijn weggevallen. Het niet willen oplossen van de problemen gerelateerd aan het lopende verkiezingsproces laat zien dat onafhankelijke instellingen liever de doelen van de regering nastreven dan de rechtsstaat bewaken en de grondrechten beschermen.

Lees de volledige analyse hier.

Eötvös Károly Institute, het Hongaarse Helsinki Comité en de Hongaarse vereniging voor burgerlijke vrijheden