Het Italiaanse Hof van Cassatie heeft op 31 oktober 2016 het Europees arrestatiebevel voor de uitlevering van een Roemeens burger aan Roemenië geweigerd vanwege de detentieomstandigheden in het bestemmingsland.
Het Hof van Cassatie had de uitvoering van het bevel al in juni stopgezet vanwege het ontbreken van een risicoanalyse betreffende de mogelijkheid op schendingen van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), wat onmenselijke en vernederende behandelingen of bestraffingen verbiedt, ook in het bestemmingsland.
Het Hof van Beroep van Catanzaro vroeg daardoor de Roemeense autoriteiten om de nodige informatie. Na het ontvangen van deze informatie vaardigde de rechtbank een nieuw bevel uit tot verdere uitvoering van het Europees arrestatiebevel.
Gevaar lopen in Roemenië
Maar een nader onderzoek naar de informatie die door Roemenië werd verstrekt onthult dat deze incompleet en onnauwkeurig was met betrekking tot de rechtspositie van de burger in kwestie. Hierom stopte het Hof van Cassatie opnieuw de uitvoering van het bevel.
Het Hof van Cassatie verwees in het bijzonder naar een uitspraak uit 2016 van het Europese Hof van Justitie (HvJEU), dat stelde dat een Europees arrestatiebevel uitgesteld moet worden als er "bewijs voor een reëel gevaar voor onmenselijke of vernederende behandelingen van gedetineerden in de lidstaat waar het bevel werd uitgevaardigd" bestaat.
Het gevaar kan bepaald worden door middel van officiële documenten, waaronder vonnissen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en rapporten van internationale instanties. Op dit moment moet het land dat het bevel moet uitvoeren het bestemmingsland om informatie en toelichting vragen.
Het Europees Hof van Justitie wees er in de eerder genoemde uitspraak op dat, om het risico voor het individu dat uitgeleverd moet worden vast te stellen, de verplichte informatie de situatie van het individu zelf moet betreffen en niet alleen algemeenheden over het hele gevangenissysteem.
Gelet hierop vond het Hof van Cassatie dat de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie niet voldoende was om een mogelijk gevaar op schending van artikel 3 van het EVRM te voorkomen. Het besloot de uitvoering van het bevel uit te stellen tot aanvullende informatie wordt verstrekt.