Tech & Rights

Een Europaan zijn onder de blanken

De Europese identiteit is veel meer dan ras of etniciteit, maar dat zou je niet denken als je kijkt naar de reacties van veel landen die lid zijn van de EU, met als typisch voorbeeld de haat zaaiende Hongaarse campagne tegen migranten.

by Peter Sarosi
Duizenden protesteerden buiten het Hongaarse parlement. Beeld: Peter Sarosi

Toen de beroemde Duitse romanschrijver Thomas Mann in 1937 Boedapest bezocht, werd hij door de Hongaarse dichter Attila József met een gedicht begroet. Het gedicht viert Mann, een politiek vluchteling van zijn tijd, als ‘een Europeaan onder de blanken’.

Deze zin onderstreept hoezeer de Europese identiteit veel meer is dan alleen ras of etniciteit. Nu, in een periode waarin zoveel mensen onmenselijk handelen om ‘Europa te beschermen tegen vreemdelingen’, moet ik vaak aan dit gedicht denken.

Sommige mensen zeggen dat dit de ergste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog is. Ik denk niet dat dit klopt. Het aantal vluchtelingen dat tot nog toe dit jaar is aangekomen, is onder de 430.000. Dat is minder dan 0,6 procent van de totale Europese bevolking. Het huisvesten van een half miljoen mensen is een logistieke uitdaging, maar bedreigt niet de fundamenten van Europa. Libanon, een land met 4,5 miljoen inwoners, heeft 1,2 miljoen Syrische vluchtelingen opgenomen; Turkije 1,9 miljoen. Zíj hebben een vluchtelingencrisis, maar Europa niet.

Hekken vóór voedsel

Nils Muizenieks, de EU-Commissaris voor de Mensenrechten, heeft gelijk als hij zegt dat Europa een politieke crisis heeft en geen vluchtelingencrisis. En deze politieke crisis stelt onze Europese waarden alsmaar op de proef, meer dan iedere andere gebeurtenis die we sinds de Tweede Wereldoorlog hebben ervaren. Zij noopt ons tot het heroverwegen van onze Europese identiteit.

Als zowel Europeaan die in het Europese kernidee van gelijkwaardigheid gelooft van ieder mens, en als Hongaar, burger van een land dat honderdduizenden vluchtelingen en migranten aan de wereld schonk, ben ik beschaamd over hoe mijn regering vluchtelingen behandelt. In plaats van het besteden van kostbare financiële bronnen aan voedsel en onderdak, heeft de regering van Viktor Orbán een haatcampagne gelanceerd en een hek vol prikkeldraad aan onze zuidelijke grens gezet.

In het verleden hebben veel grote Hongaren in politiek asiel gezocht, inclusief Lajos Kossuth, de held van de revolutie in 1848, of de 200.000 mensen die na de revolutie van 1956 voor de Sovjettanks vluchtten. Het is een schande dat onze natie vluchtelingen op deze manier durft te behandelen.

We verliezen allemaal rechten

Ondanks het falen van de regering om adequate hulp te bieden, toont de Hongaarse samenleving veel tekenen van solidariteit. Aan de basis van de maatschappij voorzien groepen aan vluchtelingen voedsel en water op stations. Ook ik voelde me geroepen om de asielzoekers te helpen en dus liet ik vier Afghaanse vluchtelingen in mijn huis overnachten de nacht voordat zij verder trokken naar Duitsland, waar zij familieleden hebben die hen kunnen helpen: ik dacht dat de beste manier om tegen onmenselijkheid te protesteren is menselijk te handelen.

Helaas wordt gastvrijheid aan vluchtelingen zonder papieren verlenen binnenkort gevaarlijk als het Hongaarse parlement het wetsvoorstel goedkeurt die door politici van deze regering is ingediend. Deze wet zou de ordehandhavers extra bevoegdheden geven om ons fundamentele burgerrechten af te nemen, zoals privacy – door politie toestemming te geven om in onze huizen binnen te treden zonder huiszoekingsbevel om schuilende vluchtelingen daar te zoeken.

“Onder zondaren is medeplichtig [hij/zij] die zwijgt,” schreef onze beroemde dichter Mihály Babits. Deze regering wil Hongaren tot stille medeplichtigheid dwingen. Dit is een herinnering voor velen van ons aan de donkerste periode uit de Hongaarse geschiedenis, toen degenen die Joden hielpen of verstopten, het risico liepen om te worden gestraft.

Pijnlijke stilte

Afgelopen donderdag protesteerden duizenden dappere Hongaren tegen de anti-vluchtelingenwet, maar het waren er pijnlijk weinig. De meerderheid van de bevolking is slachtoffer geworden van politieke manipulatie en angst zaaien. Het is erg onpopulair geworden om voor vluchtelingen op te komen; slechts een handvol organisaties, zoals de Hongaarse burgerrechtenunie tasz doen dat. De stilte van de meeste Hongaarse kerken is pijnlijk. Hoe kun je al met al de Bijbel volgen en haar leer over het helpen van vreemdelingen, als het een misdaad is om vluchtelingen te huisvesten? “Ik was een vreemdeling, en jullie hebben me opgenomen,” zei Jezus.

Ironisch gezien willen de meeste vluchtelingen niet eens in Hongarije blijven. Ze willen door naar Duitsland of naar andere West-Europese landen. Maar de regering wil ze niet laten vertrekken: ze blokkeert treinstations en dwingt asielzoekers in overbevolkte kampen waar de omstandigheden allesbehalve menselijk zijn.

Maar door zich zo te gedragen voert de Hongaarse regering op dit moment Europese wetgeving uit die duidelijk verouderd en irrationeel is. Het is tijd voor Europa om te handelen en om een nieuw vluchtelingenbeleid aan te nemen.

De échte uitdaging voor ons is om Europeanen te blijven onder de blanken.

Peter Sarosi, HCLU

privacy