Tech & Rights

Het ''framen'' van video's op eigen website is geen auteursrechtschending

Volgens Unierecht is er bij het plaatsen van video's of afbeeldingen van derden op een eigen website geen sprake van auteursrechtschending als het materiaal toch al toegankelijk is voor alle internetgebruikers.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights

Recentelijk heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak gedaan in de zaak BestWater International GmbH tegen Michael Mebes en Stefan Potsch, waarin de vraag centraal stond of het plaatsen van een auteursrechtelijk beschermde video van derden op een eigen website, een schending is van de auteurswet.

De zaak kwam voort uit onenigheid tussen BestWater International, een Duits bedrijf dat waterfilters produceert, en Michael Mebes en Stefan Potsch, twee onafhankelijke handelsagenten die werkten voor een concurrent. Het bedrijf maakte een kleine promotievideo over milieuverontreiniging en de mogelijke negatieve gevolgen hiervan voor het drinkwater. De video werd in 2010 geüpload op YouTube, naar verluidt zonder toestemming van BestWater. Vervolgens plaatsten de handelsagenten de video op hun eigen websites door middel van framing, dat wil zeggen, het weergeven van materiaal van derden zonder dit zelf te hebben geüpload of hiervan in bezit te zijn.

Volgens een EU-richtlijn uit 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moeten auteurs het exclusieve recht hebben om de beschikbaarstelling van hun werken voor het publiek toe te staan of te verbieden. De Duitse rechtbank waar de zaak in eerste instantie diende, was er niet zeker van of het ‘embedden’ van andermans werk op een eigen website via framing een schending van het auteursrecht betreft. De rechtbank vroeg bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie) om een prejudiciële beslissing.

Beschikbaar voor een nieuw publiek?

Het Hof van Justitie achtte in deze zaak niet relevant wie de video in eerste instantie op YouTube had geplaatst. De centrale vraag was of het plaatsen van een auteursrechtelijk beschermde video van derden op een eigen website via framing, is toegestaan. Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om te bepalen of het betreffende werk beschikbaar wordt gesteld voor een nieuw publiek, en het Hof van Justitie verwees hierbij naar een eerdere, zeer vergelijkbare zaak over hyperlinks waarin werd bepaald dat beschikbaar gesteld werk (via links) op een vrij toegankelijke website, al toegankelijk is voor alle internetgebruikers en hier dus geen sprake kan zijn van auteursrechtschending. De uitspraak in de zaak van BestWater volgde dit precedent: de video werd niet beschikbaar gesteld voor een nieuw publiek, aangezien het al vrij toegankelijk was voor alle internetgebruikers op YouTube.

copyright