Tech & Rights

Niet iedere journalistieke bron kan rekenen op bescherming

Iemand die informatie doorspeelt aan journalisten maar dit niet doet om het publieke belang te dienen, geniet niet per definitie bescherming als journalistieke bron, oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights

Stichting Ostade Blade uit Amsterdam was vroeger de uitgever van het tweewekelijkse progressieve tijdschrift Ravage, dat berichtte over acties, campagnes en projecten die zich richten tegen ‘‘het kapitaal en militair geweld gedomineerde wereld’’ en dat in 2005 ter ziele ging. Nadat er in 1995 en 1996 in Arnhem bij chemisch bedrijf BASF drie bomaanslagen waren gepleegd, plaatste Ravage een persbericht waarin kenbaar werd gemaakt dat het tijdschrift een claimbrief had ontvangen van het Earth Liberation Front (ELF) en waarin werd aangekondigd dat in het daaropvolgende nummer een lijst met namen van de verantwoordelijken zou worden gepubliceerd.

Een dag na het verschijnen van het persbericht werd met toestemming van een onderzoeksrechter huiszoeking gedaan op de burelen van Ravage. Justitie was op zoek naar de brief van ELF. De redactie verklaarde dat de brief niet in het gebouw aanwezig was, maar de huiszoeking werd voortgezet. Onder toezicht van de onderzoeksrechter nam de politie een aantal computers en andere materialen mee. Drie dagen later werden de geconfisqueerde spullen teruggegeven, waarna de redactie verklaarde de brief te hebben vernietigd op de dag dat hij was ontvangen.

Ostade Blade en een van de redacteuren van Ravage diende bij het Hof Den Haag een schadevordering in. Het hof oordeelde dat de huiszoeking niet onrechtmatig was. Het Hof Amsterdam oordeelde vervolgens dat de huiszoeking en inbeslagneming van enkele materialen gedeeltelijk onrechtmatig was omdat de huiszoeking er ten dele op gericht was de banden tussen de aanslagplegers en het tijdschrift vast te stellen en dit een schending van het recht op privacy (artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, EVRM) en de vrijheid van meningsuiting (artikel 10) betrof. De schadevordering werd evenwel afgewezen.

Ostade Blade diende uiteindelijk een klacht in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) omdat ten aanzien van de bescherming van journalistieke bronnen artikel 10 EVRM zou zijn overtreden.

Bronbescherming

In mei 2014 bepaalde het EHRM dat het bevel om de brief te overhandigen – dat voorafging aan de huiszoeking – afbreuk deed aan het recht van de stichting op ‘‘het ontvangen en verstrekken van informatie’’, zoals vastgelegd in artikel 10 EVRM. Gezien de jurisprudentie op dit gebied, oordeelde het EHRM dat de pers had opgetreden als ‘‘publieke waakhond’’ en dat individuen die informatie aan de pers openbaren, moeten worden beschermd.

Op grond van juridische precedenten (onder meer Sanoma Uitgevers B.V. tegen Nederland) was de huiszoeking, die had kunnen leiden tot de openbaarmaking van de informatiebronnen, zeker in strijd met artikel 10 EVRM. Dit zou ten aanzien van de journalistieke vrijheid van meningsuiting kunnen leiden tot zelfcensuur. Hieruit volgt echter niet dat alle individuen die journalisten informatie leveren, juridisch gezien ‘‘bronnen’’ zijn. In deze zaak werd de informant van het tijdschrift volgens het EHRM echter niet gedreven door het verlangen om informatie te leveren waarop het grote publiek recht heeft. Integendeel, met het opzoeken van de publiciteit via het tijdschrift was het zijn bedoeling om zich anoniem op te stellen en zo zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid te ontlopen.

Met dit gegeven in het achterhoofd was het EHRM van mening dat de informant in principe niet had kunnen rekenen op bronbescherming in de traditionele zin van het woord. Daarom konden de normen die voortkwamen uit de jurisprudentie ook niet op deze zaak worden toegepast. Bovendien was Ostade Blade niet in staat om aan te tonen hoe de huiszoeking schade had berokkend aan de vertrouwelijkheid van informatie die onder de redacteuren gold. Hierom, en omwille van het feit dat de redactie de claimbrief bewust had vernietigd, werd de klacht van Ostade Blade alsnog afgewezen.