Meer dan twee jaar na de traumatische belevenissen van twee minderjarige Afghaanse vluchtelingen, werd er twee weken geleden eindelijk recht gesproken door her Hooggerechtshof van Litouwen. Omdat hun rechten waren geschonden, wordt Litouwen nu gedwongen om meer dan€ 6.000 uit te betalen.
“Tegenwoordig wordt er veel gesproken over vluchtelingen die naar Europa komen en – tegelijk – naar Litouwen. Het is daarom hartverwarmend dat het Hooggerechtshof de staat herinnerd heeft aan zijn plicht om zijn internationale verplichtingen na te komen en de mensenrechten te respecteren,” becommentarieerde de juridisch directeur van de Human Rights Monitoring Institute, Jūratė Guzevičiūtė.
In Litouwen misbruik incasseren
Beide tieners uit Afghanistan werden door de landsgrenswacht gevangen gezet toen ze in april 2013 de Litouwse grens overstaken. Ze zeiden dat ze 14 en 17 waren en dat ze gekomen waren om bescherming te vinden voor de bedreigingen waarmee ze in hun eigen land te maken hadden.
Hoewel nationaal en internationaal recht voorziet dat asielzoekers worden vrijgesteld van criminele schuld voor het illegaal oversteken van een grens, volgde Litouwen deze regels niet. De jongemannen werden vastgezet en zaten drie maanden lang in de gevangenis met volwassen mannen, en ondergingen misbruik en vernedering.
HRMI en het Rode Kruis
Samen met het Rode Kruis diende het Human Rights Monitoring Institute in november 2013 een klacht in als vertegenwoordigers van de belangen van deze Afghaanse tieners, om de gevangenschap en de hun straf onwettig verklaard te krijgen en om compensatie te verkrijgen voor de psychologische schade die de twee hebben geleden als gevolg van het handelen van de staat.
Hoewel de regionale rechtbank bepaalde dat de staat niet wederrechtelijk had gehandeld, rectificeerde de beslissing van het Hooggerechtshof van Litouwen deze fout. Het hof oordeelde dat de autoriteiten aan hun status als vluchteling aandacht en tijdige overweging had gegeven – beide waren geacht om speciale bescherming te geven.