Tech & Rights

Lets agentschap schendt privacy van patiënte

​Een Lets agentschap verzamelde de medische geschiedenis van een patiënte zonder haar toestemming. In een zaak waarin het controversiële onderwerp van gegevensbescherming centraal stond, oordeelde het EHRM dat daarmee haar privacy werd geschonden.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights

De aanleiding van deze rechtszaak was de sterilisatie van een Letse vrouw die zonder haar toestemming plaatsvond toen zich bij een bevalling complicaties voordeden en een keizersnede noodzakelijk was. Dit gebeurde in 1997. De vrouw, L.H., startte een rechtszaak die pas in 2006 tot een uitspraak leidde en haar in het gelijk stelde. Het ziekenhuis waar de sterilisatie plaatsvond moest haar een vergoeding betalen.

Gedurende de zaak begon de staatsinstelling verantwoordelijk voor de controle op de gezondheidszorg, in het Lets bekend onder het acroniem MADEKKI, op instigatie van de ziekenhuisdirecteur de medische gegevens van de patiënte te verzamelen. L.H. werd hierover telefonisch geïnformeerd door een vertegenwoordiger van MADEKKI, die haar tegelijkertijd mededeelde dat de sterilisatie haar eigen schuld was. De zaak ging naar een hogere rechtbank die het ermee eens was (hoewel met andere argumenten) dat MADEKKI het recht op privacy van de patiënte niet had geschonden, ook al bevatten de verzamelde documenten gevoelige gegevens van jarenlange medische behandelingen.

Ten aanzien van deze documenten oordeelde de hogere rechtbank wel anders dan de lagere. Ten eerste benadrukte de rechter hoe het recht op privacy moet worden geïnterpreteerd ten aanzien van medische gegevens. Het garanderen van de vertrouwelijke omgang met medische gegevens heeft de hoogste prioriteit voor alle landen die het Europees Verdrag voor de rechten van de mens hebben ondertekend: ‘‘Het is van wezenlijk belang om niet alleen de privacy van de patiënt te eerbiedigen, maar ook om zijn vertrouwen in de medische beroepsgroep niet te schaden...’’

De rechtbank wees vervolgens op het feit dat het verzamelen van de medische geschiedenis van L.H. zeven jaar na de sterilisatie begon, toen L.H. nog een onopgelost geschil had met het ziekenhuis. Op basis daarvan wees de rechter de bewering, dat de gegevens nodig waren om de schuld van de dienstdoende arts te evalueren, van de hand, en verklaarde dat noch het ziekenhuis noch MADEKKI de bevoegdheid hadden om op juridische basis of op basis van het tuchtrecht te oordelen over de schuld van de arts. Wel concludeerde de rechter dat MADEKKI toestemming had om medische gegevens te verzamelen zodat de instelling ervoor kon zorgen dat de patiënt de juiste medische behandeling zou krijgen. Ook concludeerde hij dat het volgens de Letse gegevensbeschermingswet was toegestaan om, ten behoeve van de kwaliteit van de medische zorg, medische gegevens te verzamelen zonder de toestemming van de patiënt.

L.H. ging in beroep bij het Europees Hof voor de rechten van de mens, die op zijn beurt bepaalde dat de wetten waarin de bevoegdheden van MADEKKI beschreven staan, onvoldoende precies en duidelijk zijn en dat als gevolg daarvan de rechten van de patiënt werden geschonden. Refererend aan het Verdrag voor de rechten van de mens oordeelde de rechters in Straatsburg bovendien dat de Letse regels ontoereikend zijn om afdoende bescherming te bieden tegen willekeurige beslissingen van de autoriteiten, die ertoe kunnen leiden dat een eerlijk proces en de bescherming van rechten in het geding komen.