Tech & Rights

VN-Comité tegen foltering komt na zes jaar met zelfde aanbevelingen aan Spanje

Het Comité tegen foltering is ontstemd over het feit dat Spanje zes jaar na de vorige beoordeling van het land weinig tot niets heeft gedaan met de aanbevelingen van destijds.

by Rights International Spain
Photo: Yuri Numerov - Flickr/CC content

Vorige maand heeft het VN-Comité tegen foltering zijn concluderende opmerking over Spanje gepubliceerd naar aanleiding van zijn beoordeling van het land. De zorgen en aanbevelingen van het Comité komen grotendeels overeen met die van het schaduwrapport van Rights International Spain (RIS). Het Comité is kritisch over het gebrek aan vooruitgang ten aanzien van de aanbevelingen uit 2009, het jaar waarin Spanje voor het laatst werd beoordeeld.

Geen goede definitie van marteling in het Wetboek van Strafrecht

Opnieuw is het Comité bezorgd over het gebrek aan noodzakelijke regelgeving met betrekking tot het misdrijf marteling. Het Wetboek van Strafrecht is nog altijd niet bijgewerkt aan de hand van de definitie van marteling zoals vastgelegd in het VN-Verdrag tegen foltering, en rechterlijke uitspraken blijven ontoereikend gezien de ernst van dit misdrijf. Spanje wordt daarom gemaand de nodige wijzigingen door te voeren in het Wetboek van Strafrecht overeenkomstig het genoemde verdrag.

Onverjaarbaarheid van marteling en de amnestiewet

Het Comité herinnert Spanje er nogmaals aan dat verjaring en amnestie niet van toepassing zijn op marteling, waaronder gedwongen verdwijningen. Het land moet alle nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat misdaden in deze categorie, waaronder die, die hebben plaatsgevonden tijdens de Spaanse burgeroorlog en het Franco-regime, worden onderzocht, de misdadigers berecht en de slachtoffers gecompenseerd.

Eenzame opsluiting

Het Comité heeft in samenspraak met andere organen, inclusief het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, opnieuw eenzame opsluiting van maximaal 13 dagen in het geval van beschuldigingen van terrorisme, aan de kaak gesteld en wil dat Spanje een einde maakt aan de toepassing ervan. Het land moet gebruik maken van de huidige hervorming van het strafprocesrecht opdat de rechtsbescherming van individuen wordt gewaarborgd.

Buitensporig geweld en straffeloosheid van de politie

Het Comité maakt zich zorgen over gedocumenteerde gevallen van buitensporig geweld van de politie en de marechaussee, zowel tijdens demonstraties en bij handhaving aan de grens (met name in de exclaves Ceuta en Melilla). In dit opzicht wordt Spanje aangespoord om ‘‘doelmatige maatregelen te nemen om buitensporig geweld van handhavingsfunctionarissen te voorkomen aan de hand van duidelijke en bindende gewelsinstructies die in lijn zijn met internationale normen.

Het Comité herinnert Spanje daarnaast aan zijn verplichting om alle gevallen van bruut politieoptreden te onderzoeken en berechten. Het land dient een reeks stappen te nemen om een einde te maken aan de straffeloosheid van politieagenten die hun boekje te buiten gaan. Dat kan bijvoorbeeld door de totstandbrenging van een toezichtmechanisme, uniformen met daarop duidelijk de namen van agenten zodat zij makkelijk kunnen worden geïdentificeerd, bescherming tegen vergelding voor mensen die aangifte willen doen, het bijhouden van gedetailleerde gegevens en de veroordeling van gevallen van marteling en misbruik.

Beginsel van non-refoulement en diplomatieke garanties

Het Comité wil dat Spanje in acht neemt dat niemand mag worden verwijderd, teruggestuurd of uitgeleverd aan een ander land als er goede redenen zijn om te geloven dat de persoon het risico loopt in dat land te worden gemarteld (het beginsel van non-refoulement dat vooral van toepassing is op vluchtelingen uit oorlogsgebieden). In deze gevallen moet het land afzien van het indienen van verzoeken tot of het accepteren van diplomatieke garanties als waarborg tegen marteling of misbruik in dergelijke gevallen. Bovendien moet het land ieder geval apart beoordelen en ervoor zorgen dat iedereen die internationale bescherming behoeft, aanspraak kan maken op asielprocedures, inclusief de vluchtelingenstatus.