Volgens het arrest van het Europese Hof heeft de Hongaarse Staat de EU-wetgeving overtreden door met de invoering van een nieuwe regeling op 1 januari 2012 het ambt van toezichthouder voor gegevensbescherming af te schaffen. Ieder EU-land is verplicht te beschikken over een onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit die geleid wordt door een toezichthouder. In dit geval was dat András Jóri die in 2008 voor zes jaar werd aangesteld maar zijn mandaat niet mocht afmaken. De voortijdige beëindiging van het mandaat van de autoriteit schendt haar voorgeschreven onafhankelijkheid.
De Europese Commissie heeft tegen Hongarije stappen ondernomen. Daarvoor al had het Eötvös Károly Instituut gewaarschuwd dat de Commissie inbreukprocedures tegen Hongarije zou starten en het land zou veroordelen voor het afschaffen van de instelling van de toezichthouder. Het instituut, de Hungarian Civil Liberties Union en het Hungarian Helsinki Commitee hebben José Manuel Barroso gezamenlijk gewezen op deze onwettige actie. Het vandaag uitgesproken arrest is de laatste stap in een proces dat in 2011 is begonnen.
De drie organisaties benadrukken dat de Hongaarse staat niet alleen inbreuk heeft gemaakt op de rechten van diezelfde toezichthouder, maar ook op die van alle Hongaarse burgers. Een nieuwe vervangende autoriteit kan de situatie niet rechtzetten aangezien deze op onwettelijke basis is opgericht en zodoende ook geen bestaansrecht heeft.