Tech & Rights

Videosites en het recht op vrijheid van meningsuiting worden bedreigd door nieuwe EU-richtlijn - beleidsnota

De EU is de gemeenschappelijke minimumregels op het gebied van audiovisuele mediadiensten aan het herschrijven. In onze beleidsnota wijzen we op een aantal voorstellen die zorgwekkend zijn voor de vrijheid van meningsuiting van burgers en bedrijven.

by LibertiesEU

Liberties heeft een beleidsnota gepubliceerd waarin de veranderingen van de audiovisuele mediadienstenrichtlijn (AVMS-richtlijn), die de laatste fase van de onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de nationale overheden in de Raad in zullen gaan, geanalyseerd. Richtlijnen worden gebruikt om gemeenschappelijke minimumregels te creëren binnen de EU zodat bedrijven en individuen maar aan één standaard hoeven te voldoen wanneer ze in verschillende EU-landen werken, in plaats van aan 28 verschillende standaarden voor individuele landen.

Dit specifieke stuk wetgeving noemt bepaalde regels waaraan bedrijven en overheden moeten voldoen wanneer ze televisie en soortgelijke diensten verstrekken of reguleren en daarbij de Europese grenzen onderling overschrijden. De AVMS-richtlijn creëert alleen regels over bepaalde aspecten van de media, zoals advertenties, bescherming van kinderen, promotie en distributie van Europese TV-programmas, uitzendingen van grote evenementen zoals voetbalwedstrijden, toegankelijkheid voor mensen met een handicap en haatzaaien.

Liberties' beleidsnota wijst op sommige problemen met de hervormingen die onder discussie staan. Bepaalde delen van de voorgestelde hervormingen schenden het recht op de vrijheid van meningsuiting, hetgeen de EU en haar lidstaten verplicht zijn te beschermen volgens het Handvest van de Grondrechten van dan de Europese Unie. Onze nota suggereert ook hoe deze problematische voorzieningen aangepast zouden kunnen worden om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan Europese wettelijke verplichtingen.

We identificeren vier kwesties:

Allereerst hebben de besluitvormende organen van de EU besloten in deze nieuwe versie van de AVMS-richtlijn om de reikwijdte van de richtlijn te vergroten. Dit betekent dat de richtlijn niet alleen zal gaan over televisie en internet-gebaseerde televisiekanalen, maar ook videoplatforms zoals YouTube zal reguleren.

Dit is omdat EU besluitvormers vinden dat online videoplatforms gelijke diensten aanbieden als televisie en daarom onder dezelfde regels zou moeten vallen. Echter zijn platforms waar video's op gedeeld worden en zelfs on-demand diensten (zoals Netflix) fundamenteel anders dan televisiediensten. On-demand en videoplatforms laten ons kijken wat we willen, wanneer we willen en op welke toestellen we dat maar willen. Anders dan met televisiediensten hoeven we nooit iets te zien waarvoor we niet bewust hebben gekozen. Het opleggen van dezelfde soorten beperkingen aan videoplatforms zal de ontwikkeling van creatieve industrieën op het internet hinderen en onnodig de vrijheid van meningsuiting inbinden.

Ten tweede vereist de nieuwe versie van de AVMS-richtlijn dat ten minste 20% van alle televisieprogrammering moet bestaan uit Europese programma's. Er ligt zelfs een voorstel om dit te verhogen naar 30%.

De promotie van Europese culturen is een belangrijke taak van de media, zeker wanneer programma's vanuit andere landen, met name de VS, televisieprogrammering domineren. Echter, zelfs een vereiste van 20% legt al een zware last op bedrijven. Grote bedrijven, zoals Netflix, en kleine on-demand diensten zullen geen Europese programma's zelf produceren. Deze bedrijven zullen Europese werken moeten gaan uploaden om aan het vereiste in de wetsvoorstel te voldoen, terwijl gebruikers niet meer Europese cultuur zullen consumeren. Zo'n vereiste is alleen te rechtvaardigen voor kanalen die door de publieke media worden gerund. Dit is omdat het de rol is van publieke media om publiek geld te gebruiken om een nationale en Europese cultuur te bevorderen.

Ten derde maakt het voorstel grote internet bedrijven, zoals Facebook of Google, verantwoordelijk voor wat mensen kunnen zeggen op het internet. Dit is omdat de nieuwe wet overheden in staat zal stellen om dit soort bedrijven te beboeten als ze haatzaaiende berichten niet van hun websites af halen.

Maar het is dus aan deze bedrijven om te besluiten wat haatzaaien is. Liberties waarschuwt besluitvormers voor deze oplossing. Het probleem is dat het moeilijk is om haatzaaien te identificeren. Vaak delen mensen controversiële ideeën die sommigen in de samenleving zullen shockeren of vervelen, maar dit is belangrijk voor een democratisch debat en zal niet overeen komen met haatzaaien. Deze bedrijven worden gedreven door zakelijke doelstellingen en zullen daarom te voorzichtig zijn om boetes te vermijden: dit is omdat bedrijven eerder hun winst willen maximaliseren dan dat ze de democratie willen dienen door een gebalanceerd publiek debat te faciliteren. Voor bedrijven is de bescherming van mensenrechten geen primair belang. In plaats van dat deze belangrijke besluiten in de handen van bedrijven worden gelegd, zouden overheden bestaande juridische procedures hun werk moeten laten doen. Daarmee bedoelen we: rechtbanken laten beslissen over wat voor soort berichten van websites afgehaald moet worden.

Als laatste verbreed de richtlijn de reikwijdte van 'schadelijke inhoud.' Volgens het voorstel van de Europese Commissie zouden videoplatforms maatregelen moeten nemen om kinderen te beschermen tegen programma's met een schadelijke inhoud. Deze oplossing zou vereisen dat videoplatforms hun online informatie moeten labelen en zelfs censureren.

Dit is slecht omdat bedrijven bij het filteren software zullen gebruiken die niet het onderscheid zal kunnen maken tussen informatie die behulpzaam kan zijn en informatie die schadelijk kan zijn. Bijvoorbeeld, kinderen kunnen misschien zoeken naar informatie over seksuele voorlichting of voor steun in het geval van seksuele intimidatie op het internet. Het is dan waarschijnlijk dat die informatie wordt geblokkeerd door filtersoftware die kinderen wil beschermen tegen kinderporno. Om al een bizar voorbeeld te geven: de gemeentelijke website van Essex werd geblokkeerd door filtersoftware omdat het het woord 'sex' bevat.

Je kan hier de volledige beleidsnota lezen.