Tech & Rights

Eerste analyse van het Belgische regeerakkoord

Ondanks een aantal positieve maatregelen in het nieuwe Belgische regeerakkoord, is er volgens de Ligue des droits de l'homme genoeg reden tot zorg.

by Belgian League of Human Rights

De Ligue des droits de l'homme (LDH) heeft een eerste analyse gemaakt van het regeerakkoord van de nieuwe Belgische centrum-rechtse coalitie die wordt gevormd door de Vlaamse nationalisten van N-VA, de liberalen van Open Vld, de Franstalige liberalen van Mouvement Réformateur (MR) en de Vlaamse christendemocraten (CD&V). De LDH heeft hierbij vooral gelet op drie gebieden: economische, sociale en culturele rechten, rechtspraak en veiligheid. Ook al moet een grondige analyse op deze gebieden in de komende weken nog volgen, kan de LDH nu al concluderen dat de regering niet uitblinkt in gezond verstand en beoordelingsvermogen en, in tegenstelling tot wat werd aangekondigd, veel hervormingen fantasie blijken te ontberen en deze worden verzwakt door een reeks wetten die al hebben bewezen ondoelmatig te zijn.

Er zijn maatregelen, waaronder hervormingen van het rechtsstelsel, die hierop opvallende uitzonderingen vormen en kunnen zorgen voor verbeteringen. De aankondiging dat er eindelijk twee multidisciplinaire comités worden opgericht om het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering te herzien – een moeilijke maar noodzakelijke taak – is zeer welkom.

Andere ontwikkelingen op dit gebied zijn eveneens bemoedigend. Alternatieven voor gevangenisstraffen, de strijd tegen financiële criminaliteit, het zoeken naar alternatieven vormen van geschillenbeslechting zoals bemiddeling in strafzaken en de volle tenuitvoerlegging van de wet inzake het gevangeniswezen en de juridische status van gevangenen, kunnen aanzienlijke vooruitgang teweegbrengen.

Deze positieve stappen lijken echter niet zozeer voort te komen uit gezond verstand, als wel uit veroordelingen van het Europees Hof voor de rechten van de mens ten aanzien van onder meer een grote gerechtelijke achterstand en de omstandigheden voor gevangenen in termen van infrastructuur, toezicht en zorg.

Hervormingen binnen het rechtswezen

Andere maatregelen zijn in het beste geval disctubabel en brengen in het slechtste geval gegronde bezorgdheid teweeg omdat zij gericht zijn tegen bepaalde groepen van de bevolking, zoals gevangenen en daklozen. Een regering die het land verdeelt is immers geen regering gekenmerkt door gezond verstand, of überhaupt geen regering.

Als de regering zich op het gebied van de rechtspraak inspant voor een uitbreiding van de juridische bijstand, dan zegt zij dit te zullen doen ‘‘binnen een specifiek afgesloten begroting’’ door een eigen bijdrage in te voeren en het afsluiten van een particuliere verzekering aan te moedigen. Op basis daarvan vraagt de LDH zich af hoe de regering haar doel om de toegang tot de rechtspraak te vergroten zal halen en, in ruimere zin, hoe de toekomst van de rechtspraak eruit ziet. In dit opzicht staat de praktijk van het schuldig pleiten in ruil voor strafvermindering – dat vragen oproept over de gelijkheid van mensen die terechtstaan – niet ter discussie en wordt alleen nagedacht over een evaluatie hiervan.

De coalitie wil ervoor zorgen dat ‘‘eenvoudige strafzaken’’ aan de hand van ‘‘de nodige waarborgen’’ sneller worden afgehandeld. Als deze maatregel kan rekenen op steun, kan een gebrek aan zorgvuldigheid in feite zorgen voor een terugkeer van het snelrecht, dat door het Constitutioneel Hof op basis van een zaak van de LDH ongeldig is verklaard.

Ten aanzien van maatregelen die hebben bewezen niet te werken, zoals minimumstraffen zonder kans op voorwaardelijke vrijlating of de voorgestelde uitbreiding van gevangenissen, vraagt de LDH zich af of er rekening is gehouden met ervaringen en aanbevelingen van deskundigen, ook al wordt in het akkoord toegegeven dat ‘‘de aanpak van overbevolkte gevangenissen zich niet kan beperken tot capaciteitsvergroting’’. De LDH zal nauwlettend in de gaten houden welke andere maatregelen er zullen worden genomen om dit probleem op te lossen.

Politiegeweld

Wat betreft veiligheidsproblemen moet worden opgemerkt dat de minister van Binnenlandse Zaken ook de minister van Veiligheid wordt. Dit onderstreept de versterking van het veiligheidsapparaat van de Belgische regering.

Het regeerakkoord richt zich nog meer op geweld tegen de politie en heeft anderzijds geen oog voor politiegeweld. Geweld tegen de politie is onaanvaardbaar en er moet hard tegen worden opgetreden, toch blijkt uit gegevens van de Waarnemerspost voor politiegeweld dat de autoriteiten hoognodig ook eens moeten kijken naar het gewelddadige optreden van enkele rechtshandhavingambtenaren.

Bovendien stelt de regering dat zij ‘‘zoekt naar een oplossing voor duidelijk ongerechtvaardigde klachten tegen politieagenten’’ en geeft daarmee op nauwelijks verholen wijze aan dat de klachten van slachtoffers van politiegeweld sneller worden afgewezen. Deze situatie wordt verergerd door het feit dat het erg moeilijk is om gewelddadige politieagenten te identificeren, waarmee hun straffeloosheid dichterbij komt. De LDH houdt de situatie goed in de gaten en hoopt dat de ‘‘oplossing’’ geen maatregel behelst om getuigen en slachtoffers die een klacht willen indienen af te schrikken. Dat zou zonde zijn aangezien de regering anderzijds wel heeft afgesproken om bescherming te bieden aan klokkenluiders.

De invoering van tijdelijke of permanente ontoegankelijkheid van asielzoekers tot het grondgebied lijkt op een terugkeer naar dubbel straffen, en de herinvoering van het zerotolerancebeleid op drugsgebied komt praktisch neer op een verbod. Als het gaat om originele en alomvattende hervormingen is de teleurstelling groot.

Strafbaarstelling van armoede?

Tenslotte wil de LDH ten aanzien van de vele maatregelen die de economische en sociale rechten van de lage en middenklasse ondermijnen – de beperkte duur van de werkloosheidsuitkering, de herdefiniëring van de term ‘‘fatsoenlijk werk’’, inperking van de integratie-uitkering voor werkloze jongeren, beperkingen aan de dringende medische hulp, enz. – haar zorgen uiten over aanpak van de regering van het daklozenprobleem. Naast het herzien van de regelgeving over kraken om daklozen sneller op straat te kunnen zetten, maakt het regeerakkoord gewag van de invoering van ‘‘een juridisch kader om lokale autoriteiten meer bevoegdheden te geven aan de hand van een multisectoriële aanpak’’. Ook al moet dit kader nog verder worden uitgewerkt, is de LDH bang dat de logica van het ‘‘gezond verstand’’ leidt tot het opnieuw strafbaar stellen van landloperij en bedelarij. Als dit daadwerkelijk zo is, dan zou dat een stap terug zijn en een onaanvaardbare strafbaarstelling van extreme armoede betekenen.

Weinig stimulansen, veel sancties

Deze eerste analyse laat zien dat op het gebied van rechtspraak en veiligheid het regeerakkoord uiting geeft aan slechts een deel van de intenties waar de ‘‘Zweedse coalitie’’ (naar het geel en blauw van zowel de Zweedse vlag als de regeringspartijen) zich op liet voorstaan, en zij problemen wil aanpakken met voorspelbare maatregelen die in het verleden ineffectief zijn gebleken. Het akkoord heeft veel weg van het principe van de wortels en de stokken: het biedt met andere woorden weinig stimulansen en veel sancties.

De LDH hoopt dat de nieuwe Belgische regering bij de verdere uitwerking van haar plannen rekening houdt met belangrijke zaken zoals het respect voor de grondrechten van alle burgers, zonder uitzondering.