Er moet eindelijk gerechtigheid komen voor de slachtoffers van gedwongen verdwijningen in Spanje

Op de Internationale dag van de slachtoffers van gedwongen verdwijningen start Rights International Spain een petitie waarin Spanje wordt opgeroepen eindelijk de slachtoffers van de burgeroorlog en de dictatuur van Franco tegemoet te komen.

by Rights International Spain

Bij gedwongen verdwijningen denk je al gauw aan landen als Argentinië, Chili of Tsjetsjenië. In Spanje zijn er echter duizenden families die nog altijd zijweggetjes en akkers omploegen op zoek naar vermiste familieleden die zich bevinden in massagraven over het hele land. Naar schatting zijn tijdens de Spaanse burgeroorlog en de daaropvolgende dictatuur van Franco tenminste 110.000 personen verdwenen. Daarmee is Spanje het land met het hoogste aantal gedwongen verdwijningen ter wereld.

Gedwongen verdwijningen hebben schendingen van grondrechten tot gevolg die voortduren totdat het lot of de verblijfplaats van het slachtoffer is vastgesteld. Tot nu toe is dat het geval voor duizenden vermisten die begraven liggen in massagraven verspreid over Spanje. De huidige systematische straffeloosheid, die wordt getolereerd en zelfs bevorderd door de Spaanse overheid, draagt bij aan het bestendigen van het leed van de nabestaanden.

De Spaanse burgeroorlog begon in 1936 en duurde drie jaar. De daarop volgende dictatuur van generaal Franco duurde tot en met 1975. Tijdens die gehele periode zijn talloze mensen slachtoffer geworden van gedwongen verdwijningen. In 1978 werd Spanje met een nieuwe grondwet officieel een democratie. Nu, 36 jaar later, zijn slachtoffers van gedwongen verdwijningen en hun familieleden nog altijd op zoek naar gerechtigheid, de waarheid en schadeloosstelling. In de ogen van de Spaanse autoriteiten en gerechtsoven zou dit echter oude wonden open rijten en opnieuw een gevaar vormen voor de eenheid van het land.

Zoals de speciale rapporteur van de VN voor de waarheid, gerechtigheid en schadeloosstelling echter stelde na zijn bezoek aan Spanje, gaat het er bij de bescherming van de slachtoffers niet om zich te scharen achter de ene of andere partij, maar om mensenrechten. Volgens hem is de Spaanse democratie volwassen genoeg om af te rekenen met het verleden en de VN-Werkgroep inzake gedwongen of onvrijwillige verdwijningen heeft verklaard dat het recht op de waarheid ten aanzien van het lot en de verblijfplaats van vermiste familieleden ‘‘een absoluut recht is’’ en ‘‘een verplichting die gerespecteerd dient te worden volgens het internationaal recht’’. Rekening houdend met de hoge leeftijd van de nabestaanden, wil zowel de werkgroep als de speciale rapporteur dat de Spaanse autoriteiten met spoed gepaste maatregelen treffen. Zolang de nabestaanden moeten leven in stress en angst worden hun mensenrechten geschonden.

De werkgroep heeft bepaald dat ‘‘zelfs als bepaalde aspecten van een gedwongen verdwijning jaren of decennia geleden zijn opgelost, de zaak alsnog voor de strafrechter dient te verschijnen als er over andere aspecten van de verdwijning – met name het lot of de verblijfplaats van het slachtoffer – nog onduidelijkheid bestaat en dient de gedwongen verdwijning juridisch niet opgedeeld te worden in kleinere onderdelen. [...] Er kan pas sprake zijn van verjaring in een zaak als er aan de verdwijning een einde is gekomen’’. Het VN-Comité voor gedwongen verdwijningen heeft er bij Spanje op aangedrongen om ‘‘ervoor te zorgen dat alle verdwijningen grondig en op onpartijdige wijze worden onderzocht, ongeacht de tijd die is verstreken sinds de verdwijning en ongeacht of er al dan niet een formele klacht is ingediend’’. Ondanks het internationaal recht en de aanbevelingen van de VN, worden de alsmaar voortdurende uitwerkingen van de gedwongen verdwijningen door de Spaanse autoriteiten nog altijd ontkend, wat een belemmering vormt voor onderzoek naar de ernstige mensenrechtenschendingen.

Gedwongen verdwijning is niet als strafbaar feit opgenomen in het wetboek van strafrecht, ondanks de uitdrukkelijke verplichting hiertoe volgens het internationaal recht. Dit moet worden rechtgezet in de hervorming van het wetboek van strafrecht waarover momenteel wordt gedebatteerd in het Spaanse parlement. Zowel het comité als de werkgroep hebben Spanje opgeroepen ‘‘de nodige wetgevingsmaatregelen te nemen om van gedwongen verdwijning een afzonderlijk misdrijf te maken overeenkomstig de definitie van artikel 2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, en een passende strafmaat te bepalen waarbij rekening wordt gehouden met de buitengewone ernst van het misdrijf’’.

Door zich op de Internationale dag van de slachtoffers van gedwongen verdwijningen te houden aan zijn internationale verplichtingen en door de aanbevelingen van de VN-organen op te volgen, kan Spanje de slachtoffers en de nabestaanden geen betere eer bewijzen. Daarom start Rights International Spain (RIS) vandaag een petitie gericht aan de premier en de minister van Justitie. Help RIS om de waarheid boven tafel te krijgen en te strijden voor gerechtigheid en schadeloosstelling voor de slachtoffers en nabestaanden!