Europees Parlement, kom op voor veilige en legale abortus

Op Wereld Abortusdag starten Europese maatschappelijke organisaties een petitie zodat het Europees Parlement in de hele EU opkomt voor de rechten van vrouwen ten aanzien van abortus.

by LibertiesEU

Het internationale humanitaire recht erkent dat veilige en legale abortus een fundamenteel onderdeel uitmaakt van de mensenrechten van vrouwen en meisjes, waaronder het recht op leven, non-discriminatie, gelijkheid, gezondheid en privacy. VN-Verdragsorganisaties hebben menig maal hun zorgen geuit over de relatie tussen restrictieve abortuswetten, illegale en onveilige abortussen enerzijds en de hoge moedersterfte- en ziektecijfers anderzijds. Als er sprake is van strenge wetgeving, is ergens terecht kunnen voor abortus het grootste probleem, ook als vrouwen wettelijk het recht hebben hun zwangerschap te beëindigen. Volgens de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten (EHRM )van de mens moeten EU-landen, zodra zij wettelijke voorschriften aannemen die abortus in bepaalde situaties toestaan, hun juridische kader niet zodanig vormgeven dat de daadwerkelijke toegang tot abortus wordt beperkt. Zowel het EHRM als VN-Verdragsorganisaties hebben daarnaast geoordeeld datrestrictieve abortuswetten kunnen leiden tot de inhumane en vernederende behandeling van vrouwen.

In een aantal EU-landen hebben vrouwen te maken, of krijgen zij binnenkort te maken met maatregelen die de door mensenrechtennormen voorgeschreven toegang tot veilige en legale abortus bemoeilijken. Enkele van deze landen zijn (op alfabetische volgorde):

Bulgarije

In Bulgarije hebben vrouwen het recht om hun zwangerschap binnen twaalf weken te beëindigen. Tussen de twaalfde en twintigste week is abortus alleen toegestaan als vrouwen lijden aan een gediagnosticeerde ziekte die hun gezondheid of leven of de levensvatbaarheid van de foetus in gevaar brengt. Daarna is abortus alleen nog toegestaan als de vrouw in levensgevaar verkeert of als de foetus ernstige problemen vertoont. Net zoals in Griekenland (zie hieronder) hebben de problemen in Bulgarije vooral van doen met het gebrek aan toegang tot diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en betaalbare anticonceptiemiddelen. Zorgverzekeringen in Bulgarije bieden geen vergoeding voor welke anticonceptiemiddelen dan ook, en ook niet voor abortus, tenzij hier medische noodzaak toe bestaat. Legale abortus is bij wet beperkt, het vergt schriftelijke toestemming van ouders voor meisjes onder de 18 en van voogden van verstandelijke beperktevrouwen. De beëindiging van zwangerschap voor medische redenen moet worden goedgekeurd door een speciale medische commissie. In 2012 spoorde de Economische en Sociale Raad van de VN Bulgarije aan om ‘‘diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid toegankelijk te maken voor adolescenten en alle zwangere vrouwen en meisjes toegang te geven tot speciale medische zorg’’. Eveneens in 2012 riep het VN- Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen Bulgarije op om ‘‘zich meer in te spannen om het onderwijs op het gebied van seksuele en reproductieve rechten te bevorderen, zich te richten op de voorlichting van jongens en meisjes in de pubertijd over het voorkomen van ongewenste zwangerschap, diensten voor gezinsplanning op te zetten en te zorgen voor betaalbare anticonceptiemiddelen’’. Gelijksoortige aanbevelingen werden in 2008 gedaan door het VN-Comité inzake de rechten van het kind.

Griekenland

In Griekenland zijn de voorwaarden voor abortus vastgelegd in het wetboek van strafrecht, waar morele afkeuring voor deze handeling vanuit gaat. Er zijn vier voorwaarden waaronder abortus legaal mag plaatsvinden: in alle gevallen vóór de twaalfde week van zwangerschap; vóór de negentiende week als de zwangerschap is veroorzaakt door seksueel geweld; vóór de 24ste week als testen uitwijzen dat de foetus ernstige aandoeningen heeft en te allen tijde als er sprake is van een ernstig risico voor het leven of geestelijke gezondheid van de vrouw.

De grootste problemen waar Griekenland op dit gebied mee te kampen heeft is de beperkte toegang van vooral jongeren tot anticonceptiemiddelen en seksuele voorlichting. In 2013 heeft het VN-Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen zijn zorgen geuit over de ‘‘zeer lage beschikbaarheid van anticonceptiemethoden van hoge kwaliteit, wat betekent dat vrouwen terugvallen op abortus als methode voor geboorteplanning. Het comité heeft er bij Griekenland op aangedrongen om ‘‘de toegang, effectiviteit en betaalbaarheid van anticonceptiemiddelen met onder meer subsidies te verbeteren en te vergroten’’. Tegelijkertijd werd door het VN-Comité inzake de rechten van het kind opgemerkt dat ‘‘de kennis over reproductieve gezondheid onder Griekse jongeren tekortschiet. Er moeten in heel Griekenland meer vertrouwelijke en jeugdvriendelijke gezondheidsdiensten komen en is er behoefte aan een grotere beschikbaarheid van anticonceptiemiddelen en seksuele voorlichting onder jongeren.’’

Hongarije

De huidige Hongaarse grondwet die in 2012 van kracht bevat een clausule die abortus te allen tijde verbiedt en zou kunnen leiden tot beperkte mogelijkheden voor abortus, ook al is de wet die abortus tot de twaalfde week toestaat nog niet herzien. Daarnaast heeft de Hongaarse regering met onder meer juridische middelen geprobeerd het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen te ondermijnen. Zo heeft zij een misleidende anti-abortuscampagne gehouden; heeft zij EU-financiering misbruikt voor billboards met daarop een ontwikkelde foetus om mensen af te schrikken abortus te plegen; heeft zij aan vrouwen vernederend en ontmoedigend advies gegeven; heeft zij een bureaucratisch goedkeuringsproces die veel mogelijkheden geeft tot misbruik opgezet; heeft zij vrouwen aangezet om stiekem zwanger te blijven en het kind na de geboorte te laten adopteren (tienermoeders die hiervoor kiezen hoeven hun ouders niet in te lichten, in het geval van abortus wel); en wilde zij – zonder wetenschappelijke argumenten – de pil verbieden, wat vrouwen ertoe zou aanzetten om, indien zij daar financieel toe in staat zijn, uit te wijken naar Oostenrijk.

Na onderzoek in februari 2013 heeft het VN-Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen Hongarije voor deze maatregelen op de vingers getikt. Het comité stelde dat Hongarije alle vrouwen toegang moet verlenen tot abortus zonder verplichte advisering, dat is namelijk een onredelijke verplichting. Hongarije is opgedragen te stoppen zich te bemoeien met de rechten van vrouwen om zich voort te planten en een einde maken aan de campagne waarmee abortus werd gestigmatiseerd. Het comité benadrukte ook het belang van de wijdverbreidheid van anticonceptiemiddelen.

Ierland

Ierland heeft waarschijnlijk de strengste wetgeving ten aanzien van abortus in de EU. Een vrouw mag haar zwangerschap enkel beëindigen als er sprake is van een ‘‘reëel en aanzienlijk risico’’ voor haar leven. De wet inzake de bescherming van leven tijdens zwangerschap bepaalt dat in alle andere gevallen abortus kan leiden tot een gevangenisstraf van maximaal 14 jaar, ook als de zwangerschap is veroorzaakt door verkrachting of incest of als er sprake is van afwijkingen die de foetus hoogstwaarschijnlijk fataal worden of van een ernstige gezondheidsrisico voor de moeder. Wat een ‘‘reëel en aanzienlijk risico’’ precies inhoudt wordt door de wet evenwel niet gedefinieerd.

Ten aanzien van zwangere vrouwen met suïcidale neigingen is het toezicht van medische deskundigen bovenmatig, wat bij hen leidt tot nog meer mentale problemen. Alleen vrouwen die het zich kunnen veroorloven kunnen voor abortus naar het buitenland, wat de wet een discriminatoir karakter geeft. Voor gezondheidswerkers die vrouwen voor abortus naar het buitenland verwijzen zijn strafmaatregelen van kracht. In juli dit jaar heeft het VN-Mensenrechtencomité zijn zorgen geuit over de situatie in Ierland en heeft het land opgeroepen ‘‘uitzonderingen op te nemen in zijn wetgeving, waaronder de grondwet, ten aanzien van gevallen van verkrachting, incest, ernstige gezondheidsrisico’s voor de moeder en afwijkingen die de foetus hoogstwaarschijnlijk fataal worden’’ en om ‘‘middels verschillende kanalen meer informatie te verschaffen over de mogelijkheden bij ongewenste zwangerschap en ervoor te zorgen dat gezondheidswerkers die informatie verschaffen over veilige abortusklinieken in het buitenland geen straf meer boven het hoofd hangt.’’

Italië

In Italië mogen vrouwen tijdens de eerste negentig dagen van hun zwangerschap abortus plegen in een openbare kliniek en tijdens de vierde en vijfde maand voor gezondheidsredenen. Er bestaan echter zorgen over de veelvoorkomende gewetensbezwaren onder medici: bijna zeven op de tien gynaecologen binnen de openbare gezondheidszorg weigeren abortus uit te voeren. Vrouwen die het recht hebben hun zwangerschap te beëindigen moeten daarom soms uitwijken naar een andere kliniek in Italië of het buitenland, naar klinieken die niet vallen onder de openbare gezondheidszorg of zien geheel van hun abortus af. Het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa maakt zich ernstige zorgen over het grote aantal artsen dat weigert mee te werken aan abortus. In 2013 bepaalde het comité dat de situatie in Italië discriminatoir is en inbreuk maakt op het recht op zorg.

Litouwen

Het wetsontwerp over de bescherming van leven in de prenatale fase, waar in het voorjaar in het Litouwse parlement over is gediscussieerd, was opnieuw een poging om goede zeden te reguleren ten koste van het recht van vrouwen op privacy, gezondheid en leven.

Volgens het wetsontwerp is de beëindiging van zwangerschap slechts in twee gevallen mogelijk: bij een duidelijk gezondheidsrisico voor de vrouw of als de zwangerschap voortkomt uit een misdrijf, bijvoorbeeld verkrachting. In beide gevallen moet de abortus maximaal 12 weken na bevruchting worden ondergaan. Het wetsontwerp maakt met name meisjes en vrouwen zonder handelingsbekwaamheid erg kwetsbaar. Zij zijn verplicht schriftelijke toestemming van een van de ouders of voogd voor te leggen. De beëindiging van zwangerschap wordt door de wijzigingen van het wetboek van strafrecht in alle andere gevallen gezien als een strafbaar feit waar een taakstraf, arrestatie of gevangenisstraf op staat. Volgens de voorgestelde wijzigingen kan zelfs een moeder die ‘‘haar ongeboren kind ernstige schade toebrengt’’ twee jaar in de gevangenis verdwijnen.

Zeer recent heeft het VN-Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen Litouwen opgeroepen om ‘‘af te zien van het aannemen van wetten of wetswijzigingen die de rechten van vrouwen op legale en veilige abortus zouden inperken, en in plaats daarvan de aanhangige wetten over reproductieve gezondheid en geassisteerde voortplanting aan te nemen.’’

Over het wetsontwerp moet nog worden gestemd, ondertussen wordt alweer beraadslaagd over nieuwe initiatieven om een verplichte wachttijd van 72 uur in te stellen. Het instellen van een wachttijd brengt vrouwen emotioneel en financieel in moeilijkheden terwijl zij al geruime tijd worstelen met een van de moeilijkste beslissingen uit hun leven.

Polen

De Poolse wet inzake gezinsplanning, embryobescherming en voorwaarden voor de legale beëindiging van zwangerschap is een van de meest restrictieve abortuswetten in Europa. Vrouwen die om gezondheidsredenen of om foetale afwijkingen abortus willen plegen, moeten een attest van een gespecialiseerde arts kunnen voorleggen, in het geval van verkrachting of incest is een attest van een aanklager nodig. Er is een verplichte wachttijd van drie dagen en vrouwen moeten zich verplicht laten adviseren. Vrouwen ouder dan 13 jaar moeten een schriftelijk verzoek tot abortus indienen, terwijl minderjarigen schriftelijke toestemming van hun ouder of verzorger nodig hebben, of rechterlijke toestemming als de ouder of verzorger weigert toestemming te geven. Het verwijzingssysteem binnen de gezondheidszorg is log en traag. Verwijzingen worden bovendien vaak geweigerd. Sinds 2008 hebben vrouwen de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit van een arts, maar deze procedure is langdradig en omslachtig, waarmee de abortus in de praktijk onmogelijk wordt gemaakt. In drie zaken heeft het Europees Hof voor de rechten van de mens geoordeeld dat de abortuswetgeving en –praktijken in Polen een schending vormen van de verplichtingen van dit land volgens het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Veel medisch personeel en ziekenhuizen koesteren gewetensbezwaren. Er is nog altijd een gebrek aan effectieve mechanismen om de besluiten van artsen te toetsen. De huidige bepalingen in de wet inzake patiëntenrechten, voortgekomen uit het arrest in de zaak Tysiąc tegen Polen, zijn niet afdoende om in beroep te gaan tegen het besluit van een arts voor de Medische Raad. De tenuitvoerlegging van dit arrest staat nog steeds onder toezicht van het Comité van ministers van de Raad van Europa.

Roemenië

Ook al is abortus in Roemenië onder bepaalde omstandigheden toegestaan, zijn er in de afgelopen jaren herhaaldelijke pogingen ondernomen om de toegang ertoe aan banden te leggen ten koste van de rechten van vrouwen. In 2012 was er een wetsontwerp die vrouwen die hun zwangerschap willen beëindigen verplicht stelde om een advieszitting bij te wonen. Tijdens deze zitting zouden zij video’s en foto’s voorgeschoteld krijgen waarmee hen duidelijk zou worden gemaakt dat abortus het effectief beëindigen van leven is. Daarna zouden de vrouwen vijf dagen moeten wachten alvorens de abortus te kunnen ondergaan. Het wetsvoorstel, dat in feite bedoeld was om vrouwen van de abortus af te laten zien door hen traumatiserend beeldmateriaal te tonen en hen op verschillende wijzen te belemmeren, kwam er ondanks veel steun niet doorheen.

Spanje

In december 2013 werd een wetsvoorstel ‘‘voor de bescherming van het leven van de foetus en de rechten van zwangere vrouwen’’ goedgekeurd door de Spaanse ministerraad. Het inmiddels afgeketste wetsvoorstel was een stap terug ten aanzien van de huidige wet omdat het de toegang van vrouwen tot juridische dienstverlening en veilige abortus in hoge mate zou hebben beperkt en zo hun gezondheid en leven in gevaar had gebracht. Alleen als de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de vrouw in gevaar is, of haar zwangerschap het gevolg is van seksueel geweld had zij aanspraak kunnen maken op veilige en legale abortus. In het wetsvoorstel was ook een reeks onevenredige belemmeringen opgenomen, zoals een wachttijd van zeven dagen; verplichte begeleiding, toestemmingsvereisten van derde partijen (voor meisjes onder de 18 en voor verstandelijke gehandicapte vrouwen onder voogdij); gewetensbezwaren van zorgaanbieders zonder er systematisch voor te zorgen dat vrouwen op tijd worden doorverwezen naar een andere zorgaanbieder; de verplichting om – buiten de arts die de abortus uitvoert om – twee medische rapporten van twee medische specialisten te vergaren waarin wordt bevestigd dat de zwangerschap een ernstig risico vormt voor de fysieke of geestelijke gezondheid van de vrouw; het gebrek aan effectieve mechanismen waarmee meningsverschillen tussen medici onderling of tussen de vrouw en de medici worden opgelost; een verbod voor centra, instellingen en medische dienstverleners op het maken van reclame over of publiciteit voor middelen, technieken of procedures voor het afbreken van zwangerschap; en de eis tegenover slachtoffers van seksueel geweld om aangifte te doen bij de politie vooraleer zij in aanmerking te komen voor legale abortus. Deze belemmeringen zouden vrouwen ertoe hebben kunnen doen besluiten te kiezen voor illegale en onveilige abortus, of om hun zwangerschap in het buitenland te beëindigen.

De Spaanse premier Mariono Rajoy heeft aangekondigd dat de regering het wetsvoorstel heeft ingetrokken. Toch zijn niet alle zorgen weggenomen aangezien hij de huidige wet alsnog wil hervormen om ervoor te zorgen dat meisjes onder de 17 ouderlijke toestemming nodig hebben om zwangerschap te beëindigen. Daarnaast is de kans dat er in de toekomst opnieuw een dergelijk strenge en uitgebreide hervorming wordt voorgesteld, niet uitgesloten.

Conclusie

Een verbod instellen op abortus, of het haast onmogelijk maken om in de praktijk toegang te krijgen tot veilige abortus, zelfs als dit legaal is, maakt het leven van vrouwen alleen maar moeilijker in een toch al stressvolle en gecompliceerde situatie. Strenge wetgeving biedt voor vrouwen geen oplossing maar kan wel hun gezondheid en in sommige gevallen hun leven op het spel zetten en kan haar dwingen naar een land uit te wijken waar de abortuswetgeving minder streng is. Roep samen met tal van Europese maatschappelijke organisaties het Europees Parlement op om maatregelen te nemen zodat de EU-landen mensenrechtennormen respecteren, waaronder het zorgen voor veilige en legale abortusklinieken voor alle vrouwen in Europa. Ieder EU-land moet ervoor zorgen dat betaalbare anticonceptie beschikbaar komt en als vrouwen kiezen voor abortus, moet tijdige toegang in een veilige en professionele omgeving en zonder ongerechtvaardigde belemmeringen en vooroordelen worden gewaarborgd.