Tech & Rights

Vergelijking met Noorwegen belicht tekortkomingen Roemeense Ombudsman

Meer dan de helft van de Roemenen heeft weinig vertrouwen in hun nationale Ombudsman, een schril contrast met landen met een gerespecteerde, goed gefinancierde rechtsbeschermingsinstantie, zoals Noorwegen.

by The Association for the Defense of Human Rights in Romania – the Helsinki Committee
Noorse Ombudsman
Noorwegen: 1 centraal kantoor, 65 medewerkers, een budget € 6.800.000 en in staat 25 procent van de klachten per telefoon op te lossen.
Roemenië: 15 vestigingen, meer dan 100 werknemers, een budget € 2.000.000, en in 2013 slechts 101 onderzoeken naar aanleiding van 17.047 klachten.

Deze gegevens werden onlangs op een conferentie in Boekarest besproken die door de Vereniging voor de Verdediging van de Mensenrechten in Roemenië was georganiseerd - het Helsinki Comité (APADOR-CH). Deze conferentie werd bijgewoond door de Roemeense Ombudspersoon en vertegenwoordigers van verschillende instellingen voor de mensenrechten uit Noorwegen.

Het project was gericht op het informeren van de burgers over de instantie van de Ombudspersoon en om hen aan te moedigen hiervan gebruik te maken wanneer hun rechten door andere overheidsinstellingen geschonden worden. De conferentie betekende het einde van een project met als titel: "Wij hebben een effectievere Ombudspersoon nodig", dat in de afgelopen 12 maanden in Roemenië werd uitgevoerd.

Hier volgt wat vergelijkende informatie over de Noorse en Roemeense Ombudspersonen:

Noorwegen

De volgende instellingen zijn in Noorwegen verantwoordelijk voor de bescherming van de mensenrechten:

  • een Ombudsman die door het Parlement is aangesteld en erg vergelijkbaar is met de Roemeense Ombudspersoon;
  • een Ombudspersoon voor gelijkheid en non-discriminatie;
  • een Kinderombudsman, opgericht in 1981 en de eerste van zijn soort in de wereld;
  • een Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens.

Aage Thor Falkanger (R) is de Noorse Ombudsman.

De Noorse Ombudspersoon is enigszins vergelijkbaar met de Roemeense. Maar - zo onderstreepte Gunnar M. Ekeløve-Slydal, een vertegenwoordiger van het Noorse Helsinki Comité tijdens de conferentie - Noorwegen heeft een erg dynamisch maatschappelijk middenveld dat echt betrokken is op het gebied van de mensenrechten; de NGO's zijn vaak echte partners van de overheidsinstellingen in de verdediging van de mensenrechten.

  • Het indienen van een klacht bij de Noorse Ombudspersoon is gratis, gemakkelijk en snel. Het is een reële optie om genoegdoening te verkrijgen voor een rechtenschending, zonder dat je naar de rechter hoeft te stappen.
  • Het mandaat van de Ombudspersoon werd in 1814 vastgesteld in de Noorse grondwet, en daarmee werd een instelling opgericht die ervoor moet zorgen dat de overheid de mensenrechten respecteert en jegens haar burgers geen schendingen begaat. Maar de Ombudspersoon kan niet in beroep gaan tegen beslissingen van het parlement of van de rechterlijke macht.
  • In 2015 verwierp de Noorse Ombudspersoon 54 procent van de klachten die zij van de burgers ontving; de overige 46 procent bleken wel ontvankelijk. De Ombudspersoon had in 146 gevallen kritiek op beslissingen van de overheid. 25 procent van de klachten die zij ontving in 2015 (359 gevallen) werd door telefonisch contact opgelost met de overheidsinstelling waarover de beschuldiging van de rechtenschending werd ingediend.

De Noorse ombudsman heeft een jaarlijks budget van € 6.800.000 en 65 medewerkers. De instelling heeft slechts één kantoor in Oslo; haar werknemers moeten veel in Noorwegen reizen, een land dat in termen van grootte vergelijkbaar is met Roemenië.

Roemenië

De volgende instellingen zijn in Roemenië verantwoordelijk voor de bescherming van de mensenrechten:

  • een Ombudsman die door het Parlement wordt benoemd;
  • een Nationale Raad voor de bestrijding van discriminatie;
  • een Roemeens Instituut voor de Rechten van de Mens, een instelling die in 1990 werd opgericht, waarover informatie zoals door wie het geleid wordt, welk budget het heeft en wat het in haar 26-jarig bestaan bereikt heeft, volledig onbekend zijn bij het publiek.

Burgers kunnen ook aan de Roemeense Ombudspersoon hun klachten kosteloos voorleggen. De instelling werd voor het eerst opgenomen in de grondwet van 1991, en de uitvoeringsnormen werden in 1997 aangenomen.

Deze kaart toont de locaties van alle plaatselijke kantoren van de Roemeense Ombudsperson.

Verdiensten van de Roemeense Ombudspersoon:

  • Volgens de statistieken die op de website van de Ombudspersoon beschikbaar zijn, is er weinig activiteit met weinig impact. Tussen 2009 en 2013 reageerde de instelling op minder dan 1 procent van het totale aantal klachten dat zij ontving. In 2013 voerde het agentschap slechts 101 onderzoeken uit na 17.047 klachten te hebben ontvangen van burgers.
  • In de afgelopen jaren, werd de Ombudspersoon 241 maal verzocht om ongrondwettelijke uitzonderingen bij het Grondwettelijk Hof van Roemenië in te dienen. Dat gebeurde slechts in zes van deze gevallen. Bovendien ontbrak het bij de Ombudspersoon aan wil en vermogen om vervolg te geven aan hun implementatie in de weinige gevallen waar de instelling wel onderzoek en aanbevelingen deed.
  • Een onderzoek dat door de IRES werd uitgevoerd laat zien dat 53 procent van de Roemenen weinig of bijna geen vertrouwen heeft in deze instelling. Een studie die door het ANBCC binnen dit project werd uitgevoerd, toont aan dat 80 procent van de Roemeense burgers van mening is dat de ombudsman weinig of geen zichtbaarheid in de openbare ruimte heeft, en 82 procent van de ondervraagden zei dat ze zich nooit tot de instelling hadden gericht.

Volgens de verklaring van Victor Ciorbea, die nu de Roemeense ombudsman is en de conferentie bijwoonde, heeft zijn instelling 140 medewerkers, maar zijn er slechts 100 van de vacatures momenteel bezet. Hij verklaarde ook dat de ombudsman 14 kantoren in Roemenië heeft plus een centraal kantoor in Boekarest, met een jaarlijks budget van € 2 miljoen.

Zowel in Roemenië en in Noorwegen, Ombudspersonen zijn benoemd door de politiek. Maar in Noorwegen durven de politici aan de macht het niet aan om leden van hun eigen partijen te benoemen, zei Ingrid Egeland Thorsnes, juridisch adviseur van de Ombudspersoon voor gelijkheid en non-discriminatie in Noorwegen. Ze gaf als voorbeeld de huidige Kinderombudsman, die van een oppositiepartij is en wiens kennis over de rechten van minderjarigen alom gerespecteerd wordt in het hele politieke spectrum van Noorwegen.

Het project "We hebben behoefte aan een effectievere Ombudspersoon" werd door APADOR-CH, ActiveWatch en de Nationale Vereniging van Citizens Advice Bureaux (NACAB) uitgevoerd en gefinancierd door middel van de subsidies van de EER in de periode 2009-2014, binnen het NGO-fonds in Roemenië. Voor officiële informatie over de EER en de Noorwegen Subsidies ga je naar www.eeagrants.org.