Tech & Rights

Mensenrechtendialoog: Oplossingen voor etnisch profileren

In Nederland worden etnische minderheden vaker onderworpen aan politiecontroles dan 'witte' Nederlanders. Het is een vorm van discriminatie en in strijd me de mensenrechten. Het kan bovendien bijdragen aan radicalisering.

by PILP
(Image: Bas Bogers - Flickr/CC content)

Op 26 januari vond in de Tweede Kamer de derde Mensenrechtendialoog over oplossingen voor etnisch profileren plaats. Politiechef Paul van Musscher erkende tijdens de dialoog dat etnisch profileren een probleem is in Nederland en dat het kan bijdragen aan radicalisering. Politieagenten, politici en experts uit het buitenland droegen voorbeelden aan voor de effectieve bestrijding van etnisch profileren.

Een suggestie die zich al op vele plekken in Europa bewezen heeft: stopformulieren of een vergelijkbare App. Stopformulieren zijn bewezen effectief bij het tegengaan van etnisch profileren in onder meer Spanje en het Verenigd Koninkrijk en helpen bovendien de effectiviteit van de politieorganisatie te vergroten. Het is opvallend dat juist (ook) de conservatieven in het Verenigd Koninkrijk enorme stappen hebben genomen op het gebied van etnisch profileren en stopformulieren. De Kamerleden gingen vooral in gesprek met de experts over deze specifieke best practice.

Etnisch Profileren is een blauw probleem

Dr. Sinan Çankaya (Vrije Universiteit) toonde in zijn bijdrage aan de Mensenrechtendialoog aan dat etnisch profileren niet effectief is. De politie zou mensen moeten staande houden op basis van gedrag en reële verdenking, en niet op uiterlijk en vooroordelen. Uit zijn onderzoek bij de politie blijkt dat schaarse politiemiddelen bij etnisch profileren niet worden ingezet om concrete daders op te sporen en dat belastinggeld daarmee verkeerd wordt besteed. Etnisch profileren – en het gebrek aan uitleg door de politie bij een staande houding - leidt verder tot een verstoorde relatie tussen de politie en gemeenschappen van etnische minderheden. Bestaand of vermeend, reëel of verbeeld, het effect van etnisch profileren is groot. Het is zeer moedig dat de Nederlandse politie erkent dat er een probleem is. Tegelijkertijd zijn de signalen uit de samenleving inmiddels ook wel zo urgent dat de politie hier iets mee moet. Meer Mohammed en Myriam helpt. Maar: meer kleur biedt geen garantie voor succes.

Etnisch profileren is geen wit probleem: het wordt niet veroorzaakt door witte agenten: het is een blauw probleem. Mechanismen in politie versterken dit, onder andere door de politiecultuur. Het racisme is openlijk, maar ook onbedoeld of onbewust (onderhuids).

Sinds de jaren 70 probeert de politie meer diversiteit binnen de eigen organisatie te verwezenlijken. Dat lukt niet. Bovendien verlaten vele agenten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond te vaak al snel gedesillusioneerd de politie.

Etnisch profileren kan bijdragen aan radicalisering

Paul van Musscher (politiechef van de Eenheid Den Haag en portefeuillehouder 'Diversiteit en Discriminatie' bij de Nationale Politie) erkende tijdens de Mensenrechtendialoog dat etnisch profileren een probleem is in Nederland en dat gevallen en gevoelens van etnisch profileren kunnen bijdragen aan radicalisering.

Net als iedereen in de samenleving heeft de politie ook vooroordelen. Hier moet vrij over worden gedacht en gesproken.

Van Musscher gaf aan dat de politie er wil zijn voor iedereen, racisme binnen en door de politie wilt aanpakken en bereid is alle maatregelen te overwegen die politie discriminatie kunnen tegengaan. De belangrijkste middelen om de politieorganisatie te veranderen daarbij zijn de opleiding van bestaande en nieuwe agenten en de werving en selectie van etnische minderheden. Desgevraagd sluit Van Musscher ook stopformulieren niet meer uit. Hij heeft desgevraagd twijfels bij naming and shaming, maar als mensen bewust discrimineren dan moeten ze het politieapparaat uit. Foute grappen zijn een onderdeel van een verkeerde werkcultuur; de politie probeert die cultuur bespreekbaar te maken en te veranderen.

Politici moeten actie ondernemen op etnisch profileren

Sir Simon Hughes (oud-Staatssecretaris van Justitie, Verenigd Koninkrijk) probeert zich voor te stellen hoe het voelt om puur op basis van je uiterlijk te worden gearresteerd of te worden staande gehouden. Uit de census van 2011 blijkt dat maar liefst 13% van de Britse bevolking kwalificeert als niet-wit. Hughes vertelt over zijn ervaringen en maatregelen als Staatssecretaris en als Parlementair ertegenwoordiger van een specifiek kiesdistrict binnen Londen. Hij laat zien wat politici kunnen doen en noemt een aantal beleidsmaatregelen die in het Verenigd Koninkrijk overtuigend effectief bleken te zijn. Voorbeelden van deze maatregelen zijn: bodycams, gekozen volks- of wijkvertegenwoordigers die in contact treden met de politie en bovenal stopformulieren.

Stopformulieren nopen agenten tot het geven van uitleg. De agent moet niet alleen bedenken waarom hij of zij iemand aan de kant zet, maar die uitleg ook delen. Stopformulieren zijn bewezen effectief bij het tegengaan van etnisch profileren en helpen bovendien de effectiviteit van de politieorganisatie te vergroten.

Hughes stelt dat etnisch profileren niet alleen een probleem is in de grote steden, maar dat het fenomeen ook daarbuiten aandacht dient te krijgen. Opvallend genoeg zijn het in het Verenigd Koninkrijk niet alleen Labour, Green Party en Liberal-Democrats die maatregelen hebben genomen op het gebied van etnisch profileren. Vooral de Britse conservatieven hebben zich sterk gemaakt voor het vergroten van de effectiviteit van de politieorganisatie en verkwisting van belastinggeld door het tegengaan van etnisch profileren en het invoeren van stopformulieren.

Stopformulieren zijn effectief

De Spaanse politiagent David Martín-Abanades toont in zijn bijdrage aan de Mensenrechtendialoog aan hoe stopformulieren politiewerk effectiever en eerlijker hebben gemaakt in het buitenland.

Het onevenredig vaak controleren van etnische minderheden is afgenomen. Tegelijkertijd is het totale aantal controles gedaald, en het percentage controles waar aanhoudingen uit volgt gestegen.

Het argument bureaucratie gaat volgens Martín-Abanades niet op. Het invullen van een stopformulier kost relatief weinig tijd en levert uiteindelijk zichtbaar tijdwinst op.

Spaanse agenten waren eerst sceptisch, maar zijn nu opvallend positief. De agent voelt meer legitimiteit bij het staande houden. De gegevens van de stopformulieren bieden bovendien belangrijke inzichten in de redenen waarom mensen worden staande gehouden. Er is transparantie en accountability.

De Mensenrechtendialoog

De Mensenrechtendialoog is een initiatief van onder meer Cordaid, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten en Dietz, Dröge en Van Loo. De Mensenrechtendialoog wordt twee keer per jaar gehouden en geeft praktijkdeskundigen uit binnen- en buitenland de kans om een mensenrechtenthema kort over het voetlicht te brengen. Daarna vindt er een gedachtewisseling plaats tussen de Kamerleden en de genodigden. De doelstelling van de Mensenrechtendialoog is om Nederlandse mensenrechtenonderwerpen als zodanig structureel onderdeel te maken van de gedachten- en meningsvorming in de Tweede Kamer.