Tech & Rights

Hongaarse burgermaatschappij ligt zwaar onder vuur

​De Hongaarse regering misbruikt opnieuw haar macht, ditmaal door druk uit te oefenen op onafhankelijke maatschappelijke organisaties en een Noors regeringsagentschap ervan te beschuldigen zich in te mengen in de Hongaarse politiek.

by Hungarian Civil Liberties Union

Sinds het begin van haar tweede termijn heeft de Hongaarse regering het gemunt op de geloofwaardigheid en onafhankelijke financiering van Hongaarse ngo’s. Een dynamische en onafhankelijke burgermaatschappij speelt een essentiële rol in een democratische samenleving, dat is een van de belangrijkste checks and balances tegenover de macht van de regering. Zoals aangetoond in het Rusland van Poetin leidt het treiteren van de burgermaatschappij al gauw tot de criminalisering van ngo’s en de belemmering van hun werk. De Hungarian Civil Liberties Union (HCLU) toont zich solidair met andere Hongaarse ngo’s en doet een beroep op de Hongaarse regering – en alle andere regeringen – om de burgermaatschappij met rust te laten.

Vandaag (12 juni) ontmoet de Hongaarse regering vertegenwoordigers uit Noorwegen, IJsland en Liechtenstein om te spreken over de subsidies van de Europese Economische Ruimte, waar het zogenaamde Norway Financial Mechanism (Norway Grants) onderdeel van uitmaakt. Anticiperend op deze ontmoeting roept de HCLU partnerorganisaties op haar verklaring te publiceren en zich zo solidair te tonen met de Hongaarse burgermaatschappij.

Tweede regering Orbán: de democratie is nog slechter af!

Na het afschaffen van enkele onafhankelijke instellingen en het ondermijnen van het parlement tijdens de eerste regeringsperiode, heeft de regering Orbán de democratie in haar tweede termijn nog grotere schade berokkend. Zo wordt de geloofwaardigheid van ngo’s die een tegenwicht voor de regering vormen in twijfel getrokken en hun financiering gehinderd.

Het Norway Financial Mechanism is onderdeel van een verdrag tussen de EU en Noorwegen, IJsland, Liechtenstein over het financiering van projecten in minder ontwikkelde Europese economieën. Slechts een dag na haar herverkiezing opende de Hongaarse regering begin april de aanval op het Norwegian Civil Fund (NCTA). De NCTA maakt een klein onderdeel uit van de Norway Grants, en wordt verdeeld door een consortium van vier Hongaarse stichtingen die in het verleden altijd op uitstekende wijze met de subsidies zijn omgesprongen. Noorwegen wordt er van beticht middels deze stichtingen de Hongaarse politiek te beïnvloeden. De Noren hebben deze aantijgingen echter resoluut van de hand gewezen.

Probeert Noorwegen de Hongaarse politiek te beïnvloeden? Klinkklare nonsens!

Toen de Noorse regering de aantijgingen van de hand wees, liet de Hongaarse regering functionarissen van haar Controlebureau (KEHI) de administratie van de vier coördinerende organisaties van het NCTA en nog twee partnerorganisaties contoleren. Aangezien de vier ngo’s de Noorse subsidies verdelen, worden zij zelf ook beschuldigd van politieke inmenging. Er werd gedreigd de KvK-nummers van de betreffende stichtingen in te trekken als medewerking werd geweigerd. Het consortium betwist de juridische gronden van deze overheidsactie.

Norway Grants: slechts een symptoom

De afgelopen jaren zijn ngo’s die zich kritisch hebben opgesteld tegenover de regering (bijvoorbeeld organisaties die opkomen voor LGBT-rechten) stelselmatig onder vuur genomen. Eind vorige maand werd een artikel gepubliceerd waarin staat dat de overheid de onafhankelijke Hongaarse maatschappelijke organisaties die financiële steun kregen van het Norwegian Civil Fund (NCTA), op een zwarte lijst heeft gezet. In een verklaring aan Reuters liet de regering weten dat zij niet van plan is afzonderlijke ngo’s aan te pakken, maar benadrukte wel dat in haar ogen met de subsidies politieke invloed werd beoogd.

De bewegingsruimte van maatschappelijke organisaties wordt kleiner en hun juridische mogelijkheden om zich voor hun doelen in te spannen nemen af. Door de nieuwe mediawet, die de vrijheid van meningsuiting indamt en juridische gevolgen verbindt aan kritiek op de regering, groeit de kans op zelfcensuur bij de media. Door al deze ontwikkelingen begint Hongarije steeds meer te lijken op het Rusland van Poetin, waar de laatste kritische stemmen monddood zijn gemaakt en iedere pijler van de democratische staat wordt afgebroken.

Volgens Atlatszo.hu, een van de ngo’s die op de zwarte lijst zijn gezet, breidt de strijd van de regering zich uit naar organisaties die opkomen voor het milieu en strijden tegen corruptie. De enige denkbare reden hiervoor is dat de regering niet wil dat organisaties die haar niet goed gezind zijn op financiële steun kunnen rekenen.

Pogingen om ngo’s monddood te maken

Naar de organisaties die subsidie (hebben) ontvangen zal door de autoriteiten waarschijnlijk onderzoek worden gedaan om te kijken of zij de rechtmatige ontvangers zijn van Noors belastinggeld, of dat zij zijn uitgekozen om bepaalde politieke belangen te dienen die tegen de wil van de Hongaarse meerderheid ingaan.

Volgens de Hungarian Civil Liberties Union die ook op de zwarte lijst terecht is gekomen, zijn de regeringsmaatregelen bedoeld om mensen de mond te snoeren, om gewone burgers, de media en maatschappelijke organisaties geen kritiek meer op de regering te laten uiten. Onderzoek hiernaar sinds 2010 wijst uit dat het afschaffen van onafhankelijke instellingen, het ondermijnen van het parlement en het geringschatten van de oppositie al tijdens de eerste regeringstermijn is begonnen. De strengere mediawet, het beperken van de macht van het Constitutioneel Hof, het afschaffen van het onafhankelijke ambt van toezichthouder voor gegevensbescherming, de veranderingen in het verkiezingssysteem en de wijzigingen in de grondwet (en de goedkeuring daarvan), zijn een aantal van deze maatregelen.

Regering probeert onafhankelijke media het zwijgen op te leggen

Eind vorige maand publiceerde Origo.hu, Hongarije’s grootste nieuwswebsite, een reeks artikelen over János Lázár,de Staatssecretaris van het Kantoor van de Premier, die een waarschijnlijk onterechte reiskostenvergoeding van omgerekend 6.500 euro aan publiek geld had ingediend. Als reactie hierop liet Lázár vrijwel direct zijn macht gelden. Dit heeft op 2 juni geleid tot het gedwongen aftreden van de hoofdredacteur van Origo.hu, die zich naar zeggen verzette tegen de politieke druk die werd uitgeoefend door de uitgever achter de website. De redactieraad van Origo.hu heeft kenbaar gemaakt niet achter het ontslag van de hoofdredacteur te staan en aangegeven onzeker te zijn over de voorwaarden om het journalistieke werk voort te zetten. Sinds 2 juni hebben meer dan tien werknemers van de website hun baan opgezegd. Het hogere management van Origu.hu heeft ontkend politieke druk uit te oefenen.