Tech & Rights

Europees Hof pleit voor liberaler auteursrechtwetgeving

De advocaat-generaal van het Europese Hof heeft verklaard dat bibliotheken en andere instellingen het recht hebben om boeken en andere werken waar auteursrecht op rust te digitaliseren zonder toestemming van de houders van het auteursrecht.

by Polish Helsinki Foundation for Human Rights

In zijn conclusie van 5 juni is de advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ), Niilo Jääskinen, van mening dat (universiteits)bibliotheken en andere instellingen het recht hebben om boeken en andere werken waar auteursrecht op rust te digitaliseren zonder afzonderlijke toestemming van de houders van het auteursrecht. Deze conclusie zorgt echter voor een inperking van de toegang van het grote publiek tot gedigitaliseerd materiaal voor persoonlijk gebruik.

De betreffende zaak - Technische Universität Darmstadt tegen Eugen Ulmer KG - komt voort uit een onenigheid tussen de genoemde Duitse universiteit en uitgever. De universiteit digitaliseerde een boek zonder toestemming van de uitgever die ook de houder is van het auteursrecht. Ook al kon het gescande boek slechts door één iemand tegelijkertijd worden geraadpleegd – zoals in een echte bibliotheek – konden lezers het boek wel printen en kopiëren naar hun computer.

Eugen Ulmer bood de universiteit een licentieovereenkomst aan met daarin de rechten voor het betreffende e-book. De universiteit wees dit aanbod af waarna de uitgever naar de rechter stapte vanwege een inbreuk op het auteursrecht. Geen van beide partijen kwam bij de lokale rechtbank als duidelijke winnaar uit de bus en dus kwam het geschil bij het Bundesgerichtshof terecht. Dit hof legde de zaak stil en vroeg een voorlopige uitspraak aan bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Over een drietal punten moest duidelijkheid komen.

Geen aankoop of licentieovereenkomst voor gedigitaliseerd materiaal

Advocaat-generaal Jääskinen is eerst nagegaan of het gebruik van materiaal waar copyright op rust onderhevig is aan aankoop- of licentievoorwaarden volgens de Richtlijn 2001/29/EG (de richtlijn InfoSoc), waarin de houder van het auteursrecht onder goede voorwaarden een licentieovereenkomst aanbiedt . Op basis daarvan is hij van mening dat een instelling die geen licentieovereenkomst heeft afgesloten voor elektronische publicatie maar wel beschikt over de rechten voor de gedrukte versie, het recht moet hebben om het materiaal online beschikbaar te maken. Daarnaast kan de uitgever de universiteit niet zomaar dwingen een licentieovereenkomst voor een e-book af te sluiten.

Universiteiten in EU-landen hebben het recht materiaal te digitaliseren

De tweede vraag waar het Europese Hof zich over heeft gebogen gaat over de rechten van EU-landen. Mogen hun universiteiten gebruikers toestaan om gedigitaliseerd materiaal te kopiëren en te printen?

Verwijzend naar de jurisprudentie van de HvJ benadrukt de advocaat-generaal dat er sprake is van ‘‘communicatie met het grote publiek’’ als het grote publiek toegang wordt verleend tot materiaal, ongeacht of hier gebruik van wordt gemaakt. Auteursrechtelijk beschermd werk online zetten is zoals aangeduid in de richtlijn een vorm van communicatie en is daarom een voorrecht van de EU-landen. Universiteiten in EU-landen mogen niet belemmerd worden om materiaal uit hun bibliotheken te digitaliseren en publiekelijk toegankelijk te maken.

Het recht om materiaal beschikbaar te stellen en het recht er kopieën van te maken

Het laatste door Jääskinen onderzochte punt heeft betrekking op het kopiëren van materiaal waar copyright op rust, ofwel door te printen ofwel door een kopie te maken naar externe schijven (bijvoorbeeld een USB stick). Hij is van mening dat de richtlijn de EU-landen niet het recht geeft om in hun nationale wetgeving het maken van kopieën toe te staan aangezien dit valt buiten de grenzen van ‘‘beschikbaar stellen’’. Een kopie kan middels andere kopieën makkelijk worden verspreid op internet. Het gaat hier om het aanmaken van een digitale kopie voor persoonlijk gebruik, iets dat niet noodzakelijk is om het materiaal te kunnen lezen, ook al kan het handig zijn voor de gebruiker.

De uitspraak van de advocaat generaal is voor degenen die liberaler EU-auteursrechtwetten voorstaan aanleiding tot zowel hoop als bezorgdheid . Zijn antwoord op de eerste twee vragen geven universiteiten meer vrijheid om materiaal te digitaliseren. Als het in universiteitsbibliotheken is toegestaan om fotokopieën te maken van boeken, dan is het printen van gedigitaliseerd materiaal hier een redelijke uitbreiding van, zo redeneert Jääskinen. Ook dat is positief.

Zijn interpretatie van de derde vraag zorgt echter voor een inperking van het persoonlijke gebruik. Hij gaat er namelijk van uit dat mensen de kopieën niet voor zichzelf maar voor anderen maken en het materiaal illegaal op internet verspreiden. Dit risico bestaat, maar het is teleurstellend dat dit risico voldoende aanleiding is om het maken van kopie voor persoonlijk gebruik te dwarsbomen.

copyright